|
1. VERTEIDIGUNGSBEREICH
VLISSINGEN MET KOUDEKERKE AANGEGEVEN ALS STÜTZPUNKT KOLBERG |
Tijdens de bezetting
van Walcheren werd al in 1940 gestart met de aanleg van een kustbatterij
langs de monding van de Westerschelde. Dit 'Seefront' moest landingen uit
zee onmogelijk maken. Toen Duitsland ook in oorlog raakte met Rusland werd
op 14 december 1941 door de Duitsers besloten tot de aanleg van een verdedigingslinie
die zich uitstrekte van Zuid-Frankrijk tot Noord-Noorwegen. Hiermee wilde
ze voorkomen dat te veel soldaten van het oostfront moesten worden weggehaald
om de westgrens te verdedigen tegen de Engelsen, Fransen, Amerikanen en
Canadezen. In februari 1942 werd Vlissingen als 'Stützpunkt' aangemerkt
waarna een begin werd gemaakt met de aanleg van een 'Landfront' rond Vlissingen
dat later in augustus 1942 werd uitgebreid toen Vlissingen tot 'Verteidigungsbereich'
werd verklaard wat inhield dat het de hoogste verdedigingsgraad kreeg. De
noordelijke grens liep toen vanaf Groot-Valkenisse rond de kern Koudekerke
en via Abeele naar fort Rammekens. |
|
|
|
Het havengebied binnen het
'Verteidigungsbereich Vlissingen' was het zwaarst verdedigd en werd aangeduid
als 'Kernwerk Vlissingen' of 'Panzerstützpunkt Nettelbeck'. Aanvankelijk
was Koudekerke ook aangemerkt als een panzerstützpunkt met de codenaam
'Kolberg'. De naam Kolberg had voor de Duitsers een legendarische militaire
betekenis, wat aangaf dat men hier grootse plannen had. Als men dit ambitieuze
plan in 1943 niet had laten varen was Koudekerke een ware vesting geworden.
Van de vele geprojecteerde bomvrije bunkers werden er uiteindelijk slechts
15 nabij de dorpskern gebouwd. |
2. GESCHUTSBUNKER TYPE 631 AAN DE
TANKGRACHT BIJ KOUDEKERKE (U022) |
|
|
Toen begin 1944
de dreiging van een geallieerde landing groter werd besloot de Duitse legertop
heel Walcheren tot 'Festung' te verklaren, waardoor dit het zwaarst verdedigde
deel van Zeeland werd. |
|
|
Tankgracht
Een reeks van verdedigingswerken met een tankgracht rond Koudekerke moest
aanvallen over land afslaan en sloot bij de duinen aan op de kustbatterij
van Klein-Valkenisse. Daar vormden drie rijen van betonnen drakentanden
een droge verbinding met de tankgracht. Aan de Nieuwe
Vlissingseweg beëindigden zes rijen drakentanden de tankgracht
waar deze aansloot op het Kanaal door Walcheren. Ook op de dijk stonden
deze hindernissen.
De tankgracht werd in de periode 1942-1943 aangelegd naar ontwerp van de
genie van de Duitse Landmacht (General der Pioniere und Festungen) van het
Obercommando des Heeres) te Berlijn. Er werd voor de tankgracht zo veel
mogelijk gebruik gemaakt van de reeds bestaande waterlopen die werden verbreed
tot 12-17m, zoals het gedeelte vanaf de Verkorte Groeneweg tot aan de Meliskerksewatergang.
Het gedeelte vanaf deze watergang tot Valkenisse en het gedeelte vanaf de
Ter Poorteweg
tot aan Abeele werd nieuw gegraven, waarbij groot materieel werd ingezet
(zie foto 4). De hiervoor benodigde gronden werden onteigend waarbij de
eigenaren werden afgescheept met een vergoeding van 100 gulden per hectare.
|
|
|
3.TOPOGRAFISCHE
KAART 1949 MET HIEROP GEPROJECTEERD DE NOG BESTAANDE EN VERDWENEN STUKKEN
TANKGRACHT |
Van de circa
7.300m lange tankgracht rond Koudekerke is tegenwoordig nog een groot deel
intact (deel 2 en 4). Nabij Valkenisse is ter bescherming van het drinkwater
een stuk van 400m van de tankgracht gedempt (deel 1) en aan de oostkant
van Koudekerke is, door herziening van de waterhuishouding, 1.000m tankgracht
'ingepolderd' (deel 3 en 5). Voor de waterhuishouding groef men nog ook
een nieuwe afwateringsgracht naar Vlissingen. Hiermee kon het waterpeil
in de tankgracht bij een nadere troepenmacht snel verhoogd worden. |
|
|
|
|
4. AANLEG TANKGRACHT
BIJ KOUDEKERKE (U011) |
|
5. BUNKER NABIJ KOUDEKERKE
(27-02-2005) |
Boeren mochten
vanaf september 1943 in een strook van 100m langs de noordelijke oever van
de tankgracht geen hoog groeiende gewassen meer planten. In 1944 werd tenslotte
een algeheel verbod van kracht omdat er toen mijnenvelden en imitatiemijnenvelden
werden aangelegd. Betreding van deze gebieden, mocht je het al overleven,
werd met de dood bestraft. |
|
|
|
|
6. BRUG OVER DE TANKGRACHT
BIJ DE ZWICHTMANSWEG (U021) |
|
7. BUNKER TYPE 623 AAN DE TANKGRACHT
(U027) |
Over de tankgracht
bij Koudekerke werden drie gebarricadeerde bruggen aangelegd welke zich
bevonden in de Biggekerksestraat
(nu Zwichtmansweg), Braamweg
en Middelburgsestraat.
Zware afgeschuinde stalen balken konden verticaal in het betonnen wegdek
worden geplaatst zodat de brug bij naderend gevaar niet bereden kon worden.
Met springstoffen konden de bruggen vernietigd worden. Ter verdediging van
deze bruggen en de tankgracht werden kazematten en bunkers gebouwd waarvan
er nog een groot aantal bestaan. Deze kunnen via een fiets-
en wandelroute bekeken worden. |
|
|
8. MITRAILLEURKAZEMATTEN
TYPE 623 TEN NOORDWESTEN VAN KOUDEKERKE LANGS DE TANKGRACHT (27-02-2005) |
|
Bunkers
Koudekerke
Hoewel van de grootschalige bunkerbouw in Koudekerke werd afgezien, werden
er binnen de gemeentegrenzen van Koudekerke in de periode 1942-1944 toch
nog meer dan 300 verdedigingswerken opgericht, waarvan het merendeel bunkers.
De meesten verrezen in de kustzone,
nabij Toornvliet
(Stützpunkt Brünhild) en langs de eerder genoemde tankgracht
(32 stuks). Tussen de tankgracht en de noordelijke bebouwing van het dorp
werd een ondersteuningscentrum ingericht. Hier lag ook het kamp van 'Organisation
Todt' (OT) genaamd 'OT-Lager Emden'.
Om de nieuwe verdedigingswerken te kunnen voorzien van bouwmaterialen werd
vanuit Koudekerke een smalspoortracé aangelegd naar de bouwplaatsen
aan het Landfront en de duinen. Bij het arbeiderskamp van de 'Organisation
Todt' was een remise waar reparaties uitgevoerd konden worden aan het smalspoormaterieel.
De bouw van de verdedigingswerken had de hoogste prioriteit waardoor de
toch al schaarse bouwmaterialen alleen voor dat doel gebruikt mochten worden.
Aanvankelijk werden alle bunkers uit ter plaatse gestort beton gebouwd met
een houten bekisting, later werden door materiaal schaarste veelal geprefabriceerde
betonstenen (Formsteine) gebruikt.
In de directe nabijheid van het dorp werden de volgende bunkers gebouwd
(voor de nummers 1-9 zie kaart):
1. 134K (1x) Keukenbunker, 2. 134S (1x) Gewondenverzamelbunker, 3. 198 (1x)
Wateropslagbunker, 4. 600 (1x) Geschuts- en manschappenbunker, 5. 621 (1x)
Compagniecommandopost, 6. 623 (4x) Mitrailleurkazemat, 7. 625 (1x) Geschutsbunker,
8. 630 (3x) Mitrailleurkazemat, 9. 631 (2x) Geschutsbunker, T. Telefoonschakelpost.
De waterbunker, de compagniecommandopost, en twee mitrailleurkazematten
werden net als veel andere bunkers op Walcheren in de jaren '70 gesloopt.
De verdwenen bunkers zijn geel aangegeven op onderstaande kaart. |
|
|
|
9.LUCHTFOTO
OKTOBER 1944 DOOR ROYAL AIR FORCE MET HIEROP AANGEGEVEN DE BUNKERS NABIJ
KOUDEKERKE |
De keukenbunker van het
type 134K uit 1942 (1), is ontworpen door de genie van de Duitse Landmacht
van het 15e
Leger in Lille, onder welk oppercommando Walcheren stond. Het is betonnen
bunker die ter plaatse gestort is in een houten bekisting. In deze bunker
werden de maaltijden voor manschappen in Stützpunkt Kolberg centraal
bereid.
Nabij de keukenbunker bevond zich ook de gewondenverzamelbunker (2). Deze
bunker van het type 134S werd in 1942 gebouwd, eveneens naar ontwerp van
de genie van de Duitse Landmacht van het 15e Leger in Lille. Ook bij dit
exemplaar is gebruik gemaakt van een houten bekisting. De toegangen zijn
afgeschuind voor het transport van brancards. De bunker was de centrale
verzamelplaats voor gewonden ten westen van het Kanaal door Walcheren.
De wateropslag bunker (3) van het type 198, was gelegen aan de Duinstraat
nabij de 'Couburg' en was met opgeschilderde deuren, ramen en luiken en
een kap gecamoufleerd. Bij deze bunker was een zoetwaterbron geslagen. (foto)
De geschuts- en manschappenbunker (4) van het type 600 uit 1943 met 50mm
kanon, munitieruimte en een onderkomen voor de manschappen had een voor
de Atlantikwall ongebruikelijke combinatie van twee functies. De bunker
is gebouwd met zogenaamde 'Formsteine'. Op het dak van de bunker bevindt
zich de geschutsopstelling voor het kanon. (foto)
De mitrailleurkazematten en geschutsbunker die langs de tankgracht stonden
waren uitgerust met mitrailleurs en licht tot middelzwaar antitankgeschut.
Ze zijn ontworpen door de genie van de Duitse Landmacht (General der Pioniere
und Festungen van het Obercommando des Heeres te Berlijn) en in 1943 gebouwd
met gebruikmaking van Formsteine of een houten bekisting. Een aantal bunkers
was oorspronkelijk met aarde bedekt. (foto)
Achter de linie werden kleine vierkante bunkertjes gebouwd die dienden als
telefoonschakelposten. Een van deze bunkertjes heeft nog steeds z'n originele
camouflage en bevindt zich op een boeren erf aan de Duinstraat
in Koudekerke. Het werd gebruikt voor de groepering van de telefoonkabels
van drie bunkers in en rond Stützpunkt Kolberg en was verbonden met
de commandoposten in Koudekerke en Vlissingen. De telefoonschakelposten
stonden doorgaans tussen het Landfront en de nog verder landinwaarts gelegen
bunkers, zoals die van de artillerieopstelling bij Stützpunkt Von Kleist
aan de huidige Verbrande Hofweg en de kustzone. Bij
het Stützpunkt Von Kleist stonden vier op de Fransen buitgemaakte 135mm
kanonnen in bunkers van het type 611 (2x) en 669 (2x), die voor de vuurleiding
aangewezen waren op observatieposten in de batterijen Zoutelande en Dishoek.
De vier bunkers bestreken een groot deel van het Landfront, de duinen en
het strand tot aan Westkapelle. De betonnen bunkers van het type 611 uit
1943, herbergden naast het geschut ook manschappen en hadden afgeronde vormen.
Ze waren in tegenstelling tot veel andere bunkers niet afgedekt met aarde.
De twee bunkers van het type 669 werden in 1944 gebouwd met behulp van zogenaamde
'Formsteine' en waren rechthoekig van vorm. Hier was alleen plaats voor
het geschut. In oorsprong waren ze gecamoufleerd als schuur. De eveneens
hier gebouwde telefoonschakelpost werd na de oorlog gesloopt. |
|
|
|
|
10. STÜTZPUNK VON
KLEIST, LINKS BUNKER TYPE 611, RECHTS TYPE 669 (U023) |
|
11. LUCHTFOTO STÜTZPUNKT VON
KLEIST |
|
Bunkers
kustzone |
|
Na de Eerste Wereldoorlog
had de Nederlandse overheid bij Kaapduin in Dishoek een kustbatterij ingericht,
die door de Duitsers vanaf de herfst van 1942 verder werd uitgebouwd. Er
werden onder andere bunkers voor licht antitank- en luchtafweergeschut,
mitrailleurs, verdedigingsnesten en radarposten gebouwd. De kustzone die
behoorde tot het Verteidigungsbereich Vlissingen werd in een aantal Stützpunkten
(StP) en Widerstandsnesten (WN) verdeeld, waarvan er een aantal op Koudekerks
grondgebied lagen. Ze worden hier vanaf Valkenisse tot Zwanenburg achtereenvolgens
behandeld:
- WN Fledermaus (Valkenisse)
- WN Carmen (Valkenisse)
- StP Fidelio (Dishoek)
- WN Tannhäuser (Westduin)
- StP Zauberflöte (Galgenweg
- StP Veste Heldburg (Zwanenburg) |
|
|
|
|
12. VERTEIDIGUNGSBEREICH VLISSINGEN |
WN Fledermaus
bevond zich rond de duinovergang bij Groot Valkenisse. Hier bevinden zich
de eerder genoemde drakentanden die aansloten op de tankgracht en zodoende
de doorgang voor vijandelijke troepen moesten verhinderen. De bunker van
type 631 is inmiddels onder het duin verdwenen. Er zouden hier ook nog een
bunker van het type 630 en 621 onder het duin moeten zitten.
WN Carmen ligt in de duinen bij Klein Valkenisse. Van dit complex zijn bijna
alle bouwwerken nog aanwezig waaronder enkele dunwandige exemplaren. De
bunkers zijn gebouwd in drie rijen, waarvan de meest noordelijke rij direct
bij het oude toegangshek ligt. De middelste rij ligt aan de zuidkant van
het bos en de meest zuidelijke rij ligt een dal verder naar het zuiden.
Hier bevinden zich een gewondenverzamelplaats van het type 134S, een artilleriewaarnemingspost
van het type 143, personeelsonderkomens van de types 501 (1x), 502 (1x),
621 (1x) en personeelsonderkomens met observatieposten van het type 622
(2x). In totaal konden hier 80 manschappen ondergebracht worden. Verder
lagen hier diverse bergplaatsen, bevond zich er een tolbroek van het type
201-58c voor een mitrailleur en een kabelbunker. De bunkers zijn niet toegankelijk.
In het bos tussen WN Carmen
en WN Fledermaus liggen tot slot ook nog de restanten van een barakkenkamp
voor 261 arbeiders dat hier voor de bunkerbouwers van 'Organisation Todt'
was neergezet. Het kamp had de naam 'Lager Jena' en bestond naast de barakken
uit een keuken, sanitaire voorzieningen en een administratiegebouw. Veel
gebouwen van het barakkenkamp werden direct na de oorlog gesloopt. Er bestaan
alleen nog twee schuilplaatsen welke tegenwoordig dienen als overwinterplek
voor vleermuizen. De duinen zijn hier zeer moeilijk toegankelijk en niet
voor publiek opengesteld.
StP Fidelio bevond zich in de Kaapduinen bij Dishoek, hier stond de Marine
Seeziel Batterie 'Knorr'. Deze batterij heeft een belangrijke rol gespeeld
bij de landingen van de geallieerden bij Westkapelle. Het complex werd door
de Duitsers gebouwd rond een voormalige Nederlandse kustbatterij. |
|
|
|
Hier bevonden zich ook vier
indrukwekkende geschutsbunkers van het type M170 (in twee verschillende
uitvoeringen) en een vuurleidingpost van het type M120. De munitie werd
centraal opgeslagen in twee bunkers van het type M145. Ter verdediging beschikte
men over machinegeweren, vlammenwerpers, mortieren en twee 7,5cm-kanonnen
in drie geschutbunkers van het type 612. De munitie hier voor werd bewaard
in een kleine munitiebunker (type 134). Het luchtafweergeschut en een schijnwerper
waren ondergebracht in een bunker van het type L430A, hier konden de manschappen
schuilen in manschap- penbunkers van het type 501 (2x), 502 en 622 (5x). |
13. GESCHUTSBUNKER TYPE
M170 BIJ STP FIDELO TE DISHOEK (U026) |
|
|
In de batterij bevond zich
eveneens een zeldzame hospitaalbunker van het type M159. Van deze batterij
resteren nog twee geschutbunkers (type M170), drie manschappenbunkers type
622 (2x) en type 501 (1x), de munitiebunker (type M145) en de hospitaalbunker
(type M159).
Hier zijn ook interessante overblijfselen van de Nederlandse batterij te
vinden, waaronder een personeelsbunker en een 'rekencentrum'. Dit terrein
is niet voor publiek toegankelijk.
Het Widerstandsnest Tannhäuser liep vanaf Hotel Westduin tot aan Kaapduin
(Dishoek). Bij de duinovergang camping Dishoek zijn lichte werken gebouwd,
waarvan een 'tunneltje' als overblijfsel van een bunker nog jaren lang te
bewonderen was. Afbeeldingen hiervan worden overigens zeer op prijs gesteld.
De overige bunkers (types 680, S449, 120, 621, 501 en 134) waren eerder
al gesloopt.
StP Zauberflöte omvatte de kustzone vanaf de Galgenweg tot aan boerderij
De Vijgheter. Hier bevonden zich de inmiddels verdwenen bunkertypes 134,
501, 502, 612 en 667. Alle bunkers zijn hier verdwenen. StP
Veste Heldburg werd ook wel 'Zwanenburg' genoemd, naar de naastgelegen boerderij
en vroegere buitenplaats.
In dit Stützpunkt was de commandant van de Marine Flak Abteilung 810
gevestigd. Hij had het bevel over de vier zware Flakbatterijen rond Vlissingen.
De Koninklijke Marine heeft het complex nog tot in de jaren '80 gebruikt.
Het werd in november 1985 gesloopt. In dit Stützpunkt bevonden zich
bunkers van de types 198, Fl 250, 502, 621 (5x), 621, 622, 635 en 667. Alle
bunkers zijn hier verdwenen.
Bij het foto-overzicht van Dishoek
staan nog meer foto's van de bunkers . Voor meer en uitgebreidere informatie
over de bunkers, de overige Stützpunkten in Vlissingen en meer beeldmateriaal
kijkt u op de website van
Stichting Bunkerbehoud bij 'VB Vlissingen (kust)'. Deze stichting is
in 1999 opgericht met als doel het behouden, beschermen en restaureren van
waardevolle bunkers als historische verdedigingswerken. De nog bestaande
bunkers zijn sinds 2013 erkend als landelijke monument. |
|
|
Bunkers
't Zand
Het buurtschap 't Zand werd op 20 augustus 1941 door de Duitsers bij Middelburg
gevoegd. Formeel werden de bunkers hier dus niet meer in Koudekerke gebouwd.
Voor het totaalbeeld en vanwege het militaire belang van het Wiederstandsnest
Brünhild, zoals Toornvliet
toen werd aangeduid wordt een en ander hier toch nader toegelicht.
Rond de zomer van 1942 werd Toornvliet gevorderd door de Duitse landmacht,
die er het hoofdkwartier van de Atlantikwall op Walcheren en de beide Bevelanden
vestigde en de buitenplaats toen aanduidde als Widerstandsnest Brünhild.
De divisiestaf die er gelegerd was voerde in 1944 het commando over een
infanteriedivisie van circa 9000 militairen. Naast de divisiecommandant,
Generalleutnant Wilhelm Daser, bestond de staf uit 13 officieren, 35 onderofficieren
en 131 manschappen. Ook de artilleriecommandant, die het bevel voerde over
een tiental batterijen veldgeschut die voornamelijk op Walcheren waren opgesteld,
verbleef op Toornvliet. Het herenhuis werd ingericht met de burelen van
de divisiecommandant en zijn naaste stafofficieren en in het torentje werd
een mitrailleur geplaatst waardoor gesteld kan worden dat Toornvliet in
deze periode zwaar te leiden had. De 131 manschapen werden gehuisvest in
enkele barakken in het park. Het aangrenzende Vijvervreugd huisvestte de
logistieke eenheden van de staf, waaronder de veldkeuken en kasteel Ter
Hooge was ingericht als officiersmess en bood onderdak aan de divisiecommandant.
Als zenuwcentrum van de Atlantikwall was het centraal gelegen en beschutte
Toornvliet van groot strategisch belang. In de zomer van 1942 begon men
dan ook met de bouw van de eerste bunkers: een viertal dunwandige personeelsonderkomens.
Een jaar later was men door het luchtoverwicht van de geallieerden genoodzaakt
om bomvrije bunkers aan te leggen. |
|
|
|
Zo begon begin 1944 de bouw
van een communicatiebunker, drie commando- posten en drie personeelsonderkomens.
Tevens werden twee personeels- onderkomens en een keukenbunker gebouwd in
het park van Vijvervreugd.
Om de vele bunkers in het park te camoufleren werden zij voorzien van zadeldaken
en opgeschilderde ramen, zoals ook in de kern Koudekerke gebeurde.
Op de website van de Stichting
Bunkerbehoud is onder andere nog een fraaie luchtfoto geplaatst van
het park waarin de bunkers zichtbaar zijn, verder is daar meer info over
het terrein en de daar nog aanwezige bunkers te vinden.
|
14. LUCHTFOTO VAN PARK TOORNVLIET
IN 1956 |
|
|
|
Mijnenvelden
Na het bezoek van veldmaarschalk Erwin Rommel aan Walcheren in april 1944
werd besloten tot de grootschalige aanleg van luchtlandingshindernissen.
Mannen en vrouwen tussen de 15 en 65 werden opgeroepen om boomstammen in
landerijen te plaatsen. Jan Kleinepier uit Koudekerke was een van de jongens
die op het land van Bram de Pagter aan het eind van het Lange
Weegje de boomstammen in de grond moest plaatsen onder toeziend ook
van een bewaker. Boven op de boomstammen, die in de volksmond ook wel 'Rommelasperges'
genoemd werden, werd een springlading bevestigd die met staaldraden en explosieven
met andere boomstammen werd verbonden. Men poogde hiermee de landing van
parachutisten of zweefvliegtuigen onmogelijk te maken. Op Walcheren werden
zo'n 112.000 landmijnen en 350.000 rommelasperges geplaatst. De boomstammen
werden vanuit het achterland gehaald waardoor vele bomen werden gekapt.
Dhr. M. Terwoert maakte in oktober 1944 onderstaande foto's waarbij Nederlandse
gevangen werden ingezet voor het aanleggen van nooddijken na het bombardement
op de zeedijk bij Westkapelle, waarover later
meer. Zijn foto's zijn interessant om hier te vermelden omdat achter de
dijkwerkers de rommelasperges en zelfs de draden die er tussen gespannen
waren zichtbaar zijn. Dit zijn zeldzame kiekjes uit een periode waarin fotograferen
eigenlijk verboden was. |
|
|
|
|
15. ROMMELASPERGES BIJ
KOUDEKERKE IN 1944 (U024) |
|
16. GEVANGENEN BIJ KOUDEKERKE 1944
(U025) |
|
Afbraak
Om een vrij schootsveld vanuit de diverse bunkers rond Koudekerke te garanderen
werden tal van boerderijen en woningen gevorderd. Hiervan zijn er acht door
de Wehrmacht daadwerkelijk gesloopt. Onder andere de villa genaamd 'Johanna'
aan de Middelburgsestraat,
die bewoond werd door de familie Alewijnse, moest het ontgelden. De villa
lag direct aan de tankgracht, aan de noordzijde van de Middelburgsestraat,
daar waar nu de rotonde is. |
|
|
|
|
17.VILLA JOHANNA NA AFBRAAK, MET
LINKS DE TANKGRACHT (U029) |
|
18.VILLA JOHANNA VOOR AFBRAAK (U028) |
Ook de iets verderop gelegen
boerderij van Maarten Verhage aan de Middelburgsestraat
116 moest worden afgebroken. De stenen woning bij die boerderij werd direct
gesloopt, maar de houten boerenschuur uit 1876 kreeg uitstel omdat hierin
juist graan was opgeslagen dat nog niet was gedorst. Van uitstel kwam door
de inundatie uiteindelijk afstel. De schuur doorstond de watertijd
en bestaat tegenwoordig nog steeds. |
|
|
Bunkerroute |
|
In 2005 werd het (eerste)
westelijke deel van de bunkerroute in gebruik genomen en in 2010
werd ook het tweede deel geopend. Hierdoor is het nu mogelijk om langs de
tankgracht en nog resterende bunkers te wandelen of te fietsen. Het is de
bedoeling om deze route ook ten noorden van Koudekerke een vervolg te geven.
Daar moet vooralsnog gebruik worden gemaakt van de bruggetjes van de bestaande
B-wegen om over de tankgracht uit te kunnen kijken. Vanaf de rondweg is
de tankgracht eveneens goed te zien.
Bij de aanleg van de 2e fase van bedrijventerrein Karreveld
werden door de gemeente Veere aan de noordwestelijke zijde van Koudekerke
enkele gronden verworven waarop één bunker van het type 631
staat. Het is de bedoeling om deze bunker in de toekomst als bezoekerscentrum
van de Stichting Bunkerbehoud in te richten.
Sinds 2013 heeft het Landfront de status van landelijk monument.
|
|
|
|
|
19. FIETSPAD LANGS
DE TANKGRACHT |
|
|
copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer |