|
1. CAMPING
'KOETS' AAN DE BREEWEG TEN NOORDEN VAN KOUDEKERKE |
De beoogde schaalvergroting
in de landbouw is na de wederopbouw en herverkaveling nooit op het niveau
gekomen van de rest van Zeeland. Hierdoor werden met name kleine boeren
al snel 'gedwongen' om te zoeken naar andere inkomstenbronnen. Zowel de
opkomst van de industrie als de groei van het toerisme boden kansen. Vooral
in de kustgebieden van Walcheren en later ook verder landinwaarts werden
landbouwgronden gebruikt als recreatieterrein. In eerste instantie werden
er enkele tenten en caravans op het erf toegelaten maar al snel groeide
dit uit tot minicampings of complete kampeerbedrijven. Het toerisme had
in eerste instantie vooral een link naar de badcultuur en bleef tot de oorlog
beperkt tot een aantal dorpen langs de kust waar het toerisme zich concentreerde. |
|
|
2. CAMPING
DISHOEK VANAF DE DUINEN GEZIEN IN 2003 |
Na de oorlog werd Walcheren
ook als 'Tuin van Zeeland' steeds geliefder bij een breder vakantiepubliek.
In eerste instantie werd vooral nog in kleine pensions, hotels of particuliere
woningen overnacht, maar met de groeiende welvaart veranderde ook het recreatiegedrag
en kregen mensen meer vrije tijd. Met de uitvinding van de kampeerwagen
en de steeds verder toenemende mobiliteit en bereikbaarheid van Zeeland
werd Walcheren vooral voor mensen met een auto en caravan populair. Het
karakter van de campings veranderde na verloop van tijd. In de beginjaren
waren de plaatsen ruim en waren de campings nog klein van opzet. Met name
in de kustzone zijn de kampeerterreinen steeds verder gegroeid en werden
ze steeds intensiever gebruikt. In de jaren tachtig leidde deze groei tot
aangescherpte overheidsregels omtrent standplaatsgrootte en inpassing in
het landschap. Van dit laatste blijkt in de praktijk dat het vaak vele jaren
vergt voordat een camping aan het zicht is ontrokken. Naast het ontstaan
van campings zijn in de jaren vijftig op Walcheren ook de eerste recreatieparken
ontstaan met vakantiewoningen.
Het aandeel Duitse toeristen is altijd hoog geweest, tot zelfs bijna 80%
in de hoogtijdagen van de jaren tachtig. Later nam met de aanleg van de
Westerscheldetunnel ook het aandeel Belgen toe, zij het dat zij vaker als
dagtoeristen Walcheren aandoen, terwijl de Duitsers veelal langer op Walcheren
verblijven. In 2000 leverde de recreatiesector in de gemeente Veere aan
bijna een kwart van de bevolking inkomsten op en bijna de helft van de boerenbedrijven
haalde op een of andere manier inkomsten uit het toerisme. |
|
|
Camping
Dishoek |
|
|
|
|
|
Piet de Witte was in 1950 eigenaar
van Camping Dishoek aan Dishoek 2 in Dishoek. Omstreeks 1964, mogelijk
eerder, pachtte G.J.J. Neels de camping. De pacht werd later voortgezet
door zijn broer A.H.J. Neels. Toen hij in 1969 café-restaurant
De Walcherse Kaasboer in Biggekerke opende werd zijn zoon zoon Henry Neels
campingbeheerder. Joke en Pieter Huiszoon exploiteerden in 1974 de camping
en van 1986 tot 2000 was Joke de Witte eigenaar. Mevrouw C. van de Velde
was van 2000 tot 2002 eigenaar en in 2002 werd Roompot Recreatie Beheer
B.V. de nieuwe eigenaar van Camping Dishoek.
|
DISHOEK TE KOUDEKERKE
(J070) |
|
|
|
|
Pension
Westduinen - Golden Tulip Westduin |
|
|
|
'Pension
Westduinen' ontwikkelde zich in deze periode tot hotel. In 1939 hadden
de broers Sjaak en Frans Huvers het bedrijf van hun ouders overgenomen.
De oorlog zal de drang de zaak uit te bouwen hebben getemperd. Pas toen
het toerisme zich na de oorlog enigzins had hersteld besloten zij in 1950
tot een grote uitbreiding waarbij het cafégedeelte twee keer zo groot
werd en een extra serre met terras werd aangelegd. In de periode 1961-1966
worden diverse bouwplannen (o.a. de bouw van een dienstwoning, bungalows
en een schuur) door de gemeente geweigerd omdat ze niet in overeenstemming
zouden zijn met de bestemming van het perceel. Omdat de broers aannamen
dat er helemaal niet meer bijgebouw mocht worden werd in 1965 besloten tot
de uitbreiding van het restaurant door de bestaande serre met glas dicht
te maken. Deze situatie staat hieronder afgebeeld. |
|
|
|
Historicus Jan Brouwer dook
in de geschiedenis van Westduin en ontdekte dat van een bouwverbod geen
sprake kon zijn geweest. Een verkeerde interpretatie van de Deltawet uit
1958, waarin een bebouwingsgrens langs de kust werd beschreven, bleek de
oorzaak van twintig jaar onzekerheid en verwarring voor de broers. Wat zij
toen nog niet wisten was dat deze bebouwingsgrens alleen gold indien deze
in het gemeentelijk bestemmingsplan van toepassing was verklaard en dat
bleek tot 1966 niet het geval te zijn. De afwijzingen waren dus ongegegrond
en de broers bleken niet juist te zijn voorgelicht. |
3. CAFÉ PENSION RESTAURANT
WESTDUIN (R759) |
|
|
Nadat in 1966 het bestemmingsplan
was aangepast en de bebouwingsgrens alsnog was opgenomen werd het besluit
in 1970 door de Kroon vernietigd. Uiteindelijk kreeg de bebouwingsgrens
pas in 1981 rechtsgeldigheid. Toen verviel deze grens alsnog doordat duinverzwaring
bij Westduin niet nodig bleek. De benodigde werkzaamheden konden namelijk
beperkt blijven tot het gebied ten zuiden van de Galgeweg (zie kustversterking).
Gedeputeerde Staten besloot toen dat in gebieden zonder concrete kustversterkingsplanning
geen planologische hindernissen meer mochten bevatten wat een einde bracht
aan de onzekere periode van twintig jaar. De broers waren inmiddels moegestreden
en besloten in 1981 tot de verkoop van hun pension. Eef Izeboud werd de
nieuwe eigenaar en stichtte er Hotel Westduin dat hij in 1984 liet bouwen.
|
|
|
|
Op 1 december 2003 is de nieuwe vleugel
van het Golden Tulip Westduin Hotel in gebruik genomen. Door de uitbreiding
van het hotel met een nieuwe vleugel werd het mogelijk grotere groepen te
ontvangen en congressen te organiseren. In totaal beschikt het complex nu
over 13 zalen voor 4 tot 1500 personen. De grootste zaal is tot 500m2 te
koppelen zonder hinderlijke kolommen. Verder bevinden zich er een bar, foyer,
toiletgroepen, een keuken en is het aantal hotelkamers tot 116 uitgebreid.
Het ontwerp werd vervaardigd door WTS Architecten uit Vlissingen. Bouwbedrijf
Flipse verzorgde de bouw.
Meer foto's zie: Westduin |
4. HOTEL WESTDUIN MET
ACHTERAAN DE UITBREIDING UIT 2003 |
|
|
|
Vebenabos |
|
|
|
Wat opvallend is aan de
eerste vakantieparken, is de landschappelijke inbedding en de openbare toegankelijkheid.
Het Vebenabos bij Dishoek is een van de oudste van dergelijke parken op
Walcheren (1949). Het ademt nog steeds de sfeer uit van wonen in het bos.
In het huisjespark werden destijds door de Gemeente Koudekerke dan ook 80.000
bomen geplant volgens een plan van landschapsarchitect C.P. Broerse. Individuele
tuinen waren verboden zodat de bossfeer behouden zou blijven. De Snelcommissie,
die belast was met de herinrichting van Walcheren, was overigens erg terughoudend
in het tot ontwikkeling laten komen van Dishoek. Het werd ongewenst geacht
om Dishoek te laten uitgroeien tot een echte badplaats. Daarom werd de ontwikkeling
van het Vebenabos gefaseerd uitgevoerd en bestonden lange tijd wachtlijsten
omdat de vraag erg groot bleek. Door architect Arend Rothuizen is in 1954
nog een uitbreidingsplan ontworpen aan de oostzijde van het park. Ook voor
dit plan heeft C.P. Broerse weer een beplantingsplan gemaakt. De latere
parken met vakantiewoningen op Walcheren zijn veel grootschaliger van opzet,
veelal niet vrij toegankelijk en meer gericht op het massatoerisme. |
|
|
5.
ZOMERWONING IN HET VEBENABOS |
|
6. TEKENING
VEBENABOS DOOR ARCHITECTENBUREAU ROTHUIZEN 'T HOOFT (DATERING NOVEMBER 1956) |
|
Galgewei |
|
|
|
|
|
Op het 'kampeerhuttenterrein' bij Westduin
verrezen in 1951 de eerste houten strandhuisjes. Aanvankelijk werd het terrein
alleen gebruikt voor het in de winter stallen en het plegen van onderhoud
omdat ze in de winter niet op het strand mochten staan. Na verloop van tijd
bleven er echter steeds meer huisjes permanent op het terrein staan en werden
ze door de eigenaren al vakantiehuisjes gebruikt. In de jaren vijftig werd
het parkje met de historische naam Galgewei uitgebreid en kregen de huisjes
een permanent karakter. Meer informatie over de naam Galgewei en Galgeweg
leest u hier. |
7. GALGEWEI TE KOUDEKERKE
(R714) |
|
|
Op dit moment
staan er 43 zomerhuisjes en is onderdeel van de Stichting Vebenabos. Het
dagelijks beheer is in handen van de vereniging ‘Zomerlust’.
Het park heeft ook een eigen website: De
Galgenwei |
|
Van
barrakenkamp tot Vakantieoord Broedershoek |
|
|
|
In 1946 werd aan de rand
van Koudekerke (op de grond van fam. Brasser) voor de Dienst Uitvoering
Werken (DUW) een barakkenkamp gebouwd dat gebruikt werd om arbeiders te
huisvesten die werkten aan de wederopbouw van Walcheren.
In de periode 1951 t/m 1962 waren de barakken tijdelijk in gebruik als huisvesting
voor Zuid-Molukkers. Het barakkenkamp is hierna voor 1 gulden (€ 0,45)
van het Rijk overgenomen en wordt tot op heden verhuurd aan toeristen door
"Vakantieoord Broedershoek". Begin jaren 90 werd nog een deel
van de betonnen huisjes grondig gerenoveerd en in 2004 werd het terrein
aan de westzijde uitgebreid met een moderne nieuwe accommodatie.
|
|
|
|
|
8. VOORMALIG BARAKKENKAMP DUW |
Er is ongeveer een jaar
lang gebouwd aan de nieuwe accommodatie die een aantal van de voormalige
barakken die sinds 1946 op het terrein stonden heeft vervangen. Er zijn
achter het bestaande vakantieoord 14 huisjes en een groepsruimte gebouwd.
De huisjes zijn ontworpen door architectenbureau Archikon uit Goes en zijn
gebouwd door Bouwbedrijf Flipse uit Koudekerke. De inrichting werd verzorgd
door Woontrend uit Koudekerke. Het geheel oogt fris en is ruim opgezet met
een prachtig uitzicht op de duinen en het omliggende akkerbouwgebied. De
nieuwe vakantiewoningen en groepsruimte werden op 7 oktober 2004 in gebruik
genomen.
Een zestal oude barakken op het middenterrein is januari 2006 gesloopt omdat
het totaal aantal slaapplaatsen niet mocht toenemen ten opzichte van de
oude situatie. Hier kwamen toen diverse speeltoestellen voor in de plaats.
Het park heeft ook een eigen website: Vakantieoord
Broedershoek |
|
|
|
|
9. UITBREIDING BROEDERSHOEK |
|
Minicampings |
|
|
|
Het karakter van de boerenbedrijven
op Walcheren is de laatste decennia sterk veranderd. Vroeger richtten deze
bedrijven zich voornamelijk op akkerbouw, maar door het stijgen van de kosten
en het dalen van de opbrengsten in de akkerbouw zijn veel boeren alternatieve
inkomstenbronnen gaan zoeken. Op Walcheren zijn hierdoor relatief veel minicampings
ontstaan. De Wet op de Openlucht Recreatie verbood echter dat minicampings
meer dan 15 standplaatsen hadden. Ook de periode waarin ze geopend mochten
worden was beperkt tot de periode 15 maart t/m 31 oktober. Deze
wetgeving is inmiddels veranderd. Lees
verder. |
|
|
|
|
10. MINICAMPING WIELEMAKER |
|
|
copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer |