1. PLOMPE
TOREN BIJ HET GELIJKNAMIGE KOUDEKERKE OP SCHOUWEN DUIVELAND
De naam Koudekerke komt
verrassend veel voor in Zeeland. Zo was er een Koudekerke op Schouwen Duiveland,
waaraan nu alleen nog de karakteristieke Plompe Toren herinnert, welke staat
aan de binnenzijde van de zeedijk tussen de Schelphoek en Burghsluis. Verder
is er een Koudorp op Zuid-Beveland en was er een Koudekerke in Zeeuws-Vlaanderen
tussen Hoek en Boekhoute. Ook buiten Zeeland en zelfs buiten Nederland komt
de naam 'Koudekerke' nog enkele keren voor. De naam is de afgelopen eeuwen
op vele manieren op kaarten geschreven: Crudekerke, Coudekerck, Coudenkerck,
Coudekercke, Coudekerke, Coukercke, Koudekerk, Koukerke en ten slotte als
Koudekerke. Er bestaan vele theoriën over het ontstaan van de plaatsnaam
Koudekerke. Helaas biedt geen van allen voor honderd procent zekerheid over
de juistheid ervan.
Een voor de hand liggende
verklaring voor de plaatsnaam Koudekerke komt voort uit de oude schrijfwijze
in enkele oude oorkondes
van eind twaalfde en begin dertiende eeuw, waarin de namen Goltkirchem,
Coldekirca en Kaldekerke worden genoemd voor het aanduiden van dit dorp
op Walcheren. De betekenis van het woord 'koud' kan bij plaatsnamen soms
letterlijk worden opgevat, dus als een aanduiding voor een koude of winderige
plaats.
Als men kijkt naar het vroegere gemeentewapen van Koudekerke, lijkt dit
ook aanknopingspunten in die richting op te leveren want het is een zogenaamd
sprekend wapen: Het toont een kerk met daarnaast een kale boom. Het lijkt
een wederom een verwijzing naar een koude en wellicht verlaten kerk in een
gure omgeving.
Mogelijk kan het woord 'koud' hier ook nog worden opgevat in de betekenis
van eenzaam, verstoten of verlaten. Wellicht stond er al vroeg een kerkje
en is deze een periode buiten gebruik geweest?
2. GEMEENTEWAPEN KOUDEKERKE
SINDS 1817
De rol van ambachtsheren
bij het stichten van kerken is bij de toelichting over het onstaan van het
dorp al even benoemd en blijkt ook uit de naamgeving van veel andere dorpen
op Walcheren waarvan bewezen is dat in de dorpsnaam het woord 'kerk' voorafgegaan
wordt door een persoonsnaam, al dan niet met de toevoeging 's Heer (Ser)
als verwijzing naar de aldaar betrokken ambachtsheer. Voorbeelden hiervan
zijn onder andere Biggekerke, Meliskerke, (Ser-) Poppekerke, (ser-) Alardskerke
(Serooskerke). Voor Koudekerke werd bij deze theorie wel eens gedacht aan
de veel op Walcheren voorkomende naam Kodde, echter deze theorie is niet
onderbouwd met feiten of oorkondes waarin deze naam aan het ontstaan van
het dorp kan worden verbonden.
Sinds het begin van de elfde eeuw stond Walcheren onder invloed van Vlaamse
graven. De toename van de bevolking op Walcheren was daardoor niet alleen
aan natuurlijke aanwas te wijten maar ook aan de vestiging van edelen. Zij
waren, net als de augustijner koorheren, die in 1123 in Middelburg de Abdij
hebben gesticht, afkomstig uit West Vlaanderen. Het toeval wil, dat in die
regio in West Vlaanderen sinds 1067 ook een klein dorp bestaat dat in die
tijd de naam Coudekerque en later Coudekerke droeg net zoals Koudekerke
destijds op Walcheren werd gespeld. De mogelijkheid bestaat dus, dat de
eerste ambachtsheren Meinard en later Gillis van Koudekerke, die genoemd
werden in de oorkondes uit de twaalfde en dertiende eeuw, afkomstig waren
uit de westhoek van Vlaanderen en hun naam aan het Walcherse Koudekerke
verbonden door hier omstreeks 1150 een kerk te stichten. Het vermoeden,
dat er een verband tussen beide dorpen is, wordt ondersteund door het feit
of toeval, dat zowel de parochiekerk van Koudekerke op Walcheren, als die
van het Vlaamse Coudekerque-village aan de aartsengel Michaël is gewijd.
Verder is bekend dat de ambachtsheren en edelen van Koudekerke tijdens de
langdurige conflicten tussen de Vlaamse en Hollandse graven meestal de zijde
van de Vlaamse graven kozen, wat mogelijk ingegeven kan zijn door hun Vlaamse
wortels.(1)
Tot slot bestaat er nog een hele andere theorie, die de herkomst van de
naam Koudekerke verbindt met een oude bevolkingsstam de Cauchen of Chaucen
genaamd. Deze theorie wordt onder andere in de Walcherse Arkadia van Mattheus
Gargon uit 1715 en 1717 beschreven, waarin een groepje jongelui al keuvelend
en filosoferend over het eiland trekt en als zij Koudekerke naderen een
interessante theorie over het ontstaan van de naam belichten:
"Ik heb wel gehoort, fchoot 'er Adolf tuffchen,
dat wel eer de Cauchen hier, en omstreeks woonden (...) Cou of Cauchen-burg,
gelijk het nabuurig Coudekerke of Couchen-kerke, Cou-dorpe, Kouwerve, Kouwenburg,
Kouwenhove, en andere plaatfen en aloude geflachten fchijnen aan te wijzen.
Het is niemand onbekend, dat van ouds her de Cauchen, die men voor en en
't zelve volk als de Katten of Chaffen en Heffen rekent, de landen by en
langs de Schelde, en dus ook de Eilanden van Walcheren, Schouwen, Zuid-en
Noord-Beveland en andere bevolkt hebben...". In de toelichting
staat vervolgens: "De Cauchen of Chaucen zijn
tweederhande Hoege en Laage-Landers, die zich verr' uit ftrekten, en met
Friezen tzamen fpanden om der Saxen overmagt te ftuiten ..."
en "Dus verre zagen wij Germanjen en Weften Noordwaards
fchiet het met een overgrooten bogt, eerft komen aanftonds de Cauchen, die
van de Friezen beginnen-Zoo groote uitgeftrektheid van land beflaan niet
alleen, maar vervullen ook de Cauchen, het voortreflijkft volk onder Germannen."
Overigens wordt ook in de Walcherse Arkadia opgemerkt dat er naast bovenstaande,
nog andere mogelijke verklaringen kunnen zijn: "Zommigen
halen dien naam van Koude, als of men zeide: de Koude-zyde, of Kouw-zy,
dat overeenkomt met Koudekerke, Kouwerve, Kouwdorp &c. en met Kelten,
of Koud-land-bewoonders." Kortom, het blijft onduidelijk welke
van bovenstaande theorieën de waarheid het dichtst benaderd. Lees
verder.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1 en 2: Sjoerd de Nooijer
geraadpleegde bronnen:
- Gargon, M., Walcherse Arkadia, Leiden, 1715-1717
- Driel, L. van, en Steketee, A., Zeeuwse plaatsnamen, Van Aardeburg tot Zonnemaire, Vlissingen, 1995
- Henderikx, P.A., Land, water en bewoning, Waterstaats- en nederzettingsgeschiedenis in de Zeeuwse en Hollandse delta in de Middeleeuwen, Hilversum, 2001
- Aarnouts, W., Heemkundige Kring Walcheren, De Wete, jaargang 30 nr. 3, 2001
toelichting afbeelding 1:
plompe toren te Koudekerke op Schouwen-Duiveland,
foto 04-10-2009
voetnoot 1:
bron: W. Aarnoutse; Het van oorsprong West Vlaamse Coudekerque draagt tegenwoordig de naam Coudekerque-village
en telt zo'n 600 inwoners