Logo koudekerke.info
voor 600 | 600-1200 | 1200-1650 | 1650-1800 | 1800-1850 | 1850-1900 | 1900-1940 | 1940-1944 | 1944-heden
algemeen
religie
boerderijen
- st. antoniushoeve
- blauwe hof
- buytenhof
- de brouwerij
- johannahoeve
- (groot) lammerenburg
- groot ter hooge
- klein lammerenburg
- de lange pacht
- l'espérance
- 't noord ambacht
- 't noordhof
- paauwenburg
- hof de pagter
- 't troenkhof
- torenzicht
- hof verhage
- de vijgeter
- zuiderhoeve

buitenplaatsen
veldnamen
molens
grondgebruik
kustzone
boerderij Zuiderhoeve te Koudekerke
Boerderij Zuiderhoeve
 
boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke blank fragment kaart Visscher-Roman 1655, met aangifte van boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke
1. HOFSTEDE ZUIDERHOEVE (FOTO 14-05-2010)   2. FRAGMENT KAART ROMAN-VISSCHER 1655
De hofstede, gelegen aan de Dishoekseweg 28 kent een lange geschiedenis, die in ieder geval tot 1622 terug gaat maar mogelijk zelfs daarvoor zijn oorsprong kent. In de overloper van de Westwatering van Walcheren uit 1622 blijken enkele stukken grond in het 'Pier Heyn Roosen block' in bezit te zijn van de 'Armen in Koudekerke' waaronder een stuk grond van 2 gemet en 125 roeden waarop Cornelis Stijne dan 'baent'. Op 2 mei 1636 wordt voor het eerst een zogenaamd geheel huis en hofstede, schuren, stallen gevolge en toebehorende verkocht door de diaconen van de parochie Koudekerke: Symon Hendrix en Marinus Jacobs Wielemaker. Eigenaar wordt Hendrick Jacobs Boske. De hofstede blijkt te horen bij het stuk grond van 2 gemet en 125 roeden. Hij belooft ten behoeve van de 'Armen in Koudekerke' een jaarlijkse en erfelijke rente van 1 pond 10 schellingen te voldoen, vrij van de 10e, 20ste, 30ste, 50ste, 60ste en 100e penning. Hendrik Jacobs Boske was getrouwd met Mayken Simons. Na hun dood blijkt Cornelis Willems voogd van hun kinderen te zijn en verkoopt deze de ouderlijke woning op 22 februari 1643 "een geheel huys, hofstede, schuyren, stallen, gevolge en toebehoorte" aan de Willem Cornelis Pleyte. Deze erkent 150 pond Vlaams verschuldigd te zijn aan de wezen Boske en 30 schellingen per jaar aan de 'Armen in Koudekerke'.

Op 17 september 1649 wordt de hofstede opnieuw verkocht nadat Willem Cornelis Pleyte is overleden en zijn weduwe Neeltje Pieters de hof en bijbehorende grond verkoopt aan Cornelis Pieters van de Casteele. Ook nu wordt weer een schuldbekentenis ten gunste van de wezen van Boske getekend. Op vrijdag 26 juli 1652 wordt Cornelis Pieters van de Casteele bij de vierschaar gedaagd door Vincent Blaas, als hij achter is met het betalen van de pacht, waarna beslag wordt gelegd op de oogst van 1651 en als onderpand de oogst van 1652. Waarschijnlijk werd dit hem te zwaar en sloeg hij op de vlucht. Ook de wezen van Boske ontvangen geen inkomsten uit hun ouderlijk bezit meer, zodat door de voogden in 1653 een verzoek tot verkoop van de hofstede en enkele stukken land wordt gedaan.

Op 27 december 1653 volgt in de herberg van de weduwe Adriaan Backer een openbare verkoping waarbij 428 roeden in bezit komen van Samuel Tack. De hofstede wordt gekocht door Cornelis Jobse. Nadat hij, tenminste voor 1674 overleden is, verkoopt zijn weduwe, Neeltje Cornelissen en hun zoon Cornelis Cornelis Jobse "een geheel huyse met schuyre, stallinge, backkeete gevolge ende toebehoorte aert ende nagelvast groot in eygen erve den nombre van een halve gemet landts volgens de overlooper in aller voornoemde manieren, servituyten, vrijheden ende onvrijheden als 'tselve gestaen ende gelegen is in de parochie van Coudekercke in Pier Heyn Roosen block tusschen genoemde mercken oost 'sheeren wegh, zuyt ende west ende noort dhr. Abraham Huyssen." Abraham Huyssen bezit op dat moment de naastgelegen hof Buytenhof.

Tussen 1694 en 24 februari 1708 moet Cornelis Cornelis Jobse de hofstede hebben verkocht, want op die datum leent Marinus Jansen Loonsen 50 pond Vlaams bij de heer Jan van der Heyde, met als onderpand de hofstede gelegen in het Pier Heyn Roosen block. Marinus Jansen Loonsen was getrouwd met Pieternella Huybrechts. In 1715 wordt zijn hofstede nogmaals als onderpand gebruikt bij een lening en vervolgens omstreeks 1722 komt hij te overlijden.
 
In de herberg 'Vlissinge' te Koudekerke worden op 31 maart 1722 op last van de schout en schepenen van de Landsvierschaar de roerende en onroerende goederen van de dan overleden Marinus Jansen Loonsen verkocht waaronder de "hofstede met huysinge, schure, stalling, backeete, gevolge en toebehoren vandien staande en gelegen onder Koudekerke in het pier Heyn Roosen block no 43 en groot in eigen erve een hondert en vijftig roenden lands" . Koper van de hofstede is de heer Bartel Liesveld, welke in opdracht van Vrouwe Petronella Jacoba Nachtegael, weduwe van Gillis Thijssen (burgemeester van Vlissingen en bewindhebber van de V.O.C), heeft gehandeld. Na de aankoop zal vermoedelijk een pachter de hof hebben betrokken, omdat de nieuwe eigenaresse dan zelf de buitenplaats Schoonenburg te Oost-Souburg blijft bewonen. In 1750 maken de gebroeders Hattinga hun kaart van Walcheren en leggen ze hierop de boerderij met de hieraan verbonden woning vast. De U-vormige bebouwing die wordt aangegeven wijkt af van latere kaarten, waardoor het mogelijk is, dat na 1750 de schuur, woning of beiden zijn herbouwd. De oriëntatie blijft dan onveranderd.   fragment kaart Hattinga  1750, met aangifte van boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke
    3. FRAGMENT KAART HATTINGA UIT 1750
Na haar overlijden in 1755 zijn Jacob van de Brandere en Johan Gualtherus van der Poort de voogden van de minderjarige erfgenamen van Petronella Jacoba Nachtegael. Jacob en Johan waren niet de minste, zij bekleedden hoge bestuurlijke posten en het zal niet verwonderlijk zijn dat blijkt, dat zij de feitelijke uitvoering van het voogdijschap overlaten aan iemand anders, namelijk de heer Louis du Mas. Deze laat enkele bezittingen uit de nalatenschap verkopen. Adriaan Jobsen wordt dan kort eigenaar van enkele hofsteden, waaronder de Zuiderhoeve, want in 1757 geeft hij zijn bezit al weer in onderpand aan Capt. Saffers voor een lening van 500 pond Vlaams. Hierna volgde nog een tweede lening. In 1777 worden de leningen geroyeerd en verkoopt Adriaan Jobsen zijn bezit en wordt in augustus 1777 Jan Pietersen, wonende te Koudekerke, eigenaar van de hofsteden en gronden, welke gezamenlijk zo'n 52 gemet omvatten.
 
Jan Pietersen trouwt op 27 september met zijn tweede vrouw Maatje Jacobusse Wisse j.d. van Poppendamme en laat na zijn overlijden op 24 oktober 1800 te Koudekerke, zijn bezit na aan zijn vrouw en hun vijf kinderen. Maatje Jacobusse Wisse hertrouwt op 1 mei 1801 met de uit Oostkapelle afkomstige Leendert Adriaan Wisse. Op 3 september 1802 laat zij haar bezit overschrijven op zijn naam.

In 1823 verschenen de eerste kadastrale minuutplans van Koudekerke, die er toe dienden om de eigendommen beter in kaart te brengen en de eigenaren nauwkeuriger en rechtvaardiger heffing van de grondbelasting te kunnen opleggen. Dit kadastrale minuutplan uit 1823 toont een andere verhouding en vorm van schuur en woonhuis, waardoor het mogelijk kan zijn dat deze tussen 1750 en 1823 zijn herbouwd. Tevens wordt achter de schuur een klein vierkant bijgebouw aangegeven en is duidelijk zichtbaar dat het woonhuis aan de noordzijde enkele uit- of aanbouwen heeft. Waarschijnlijk vormt de stalling die in een akte van 1826 wordt genoemd, een onderdeel van de schuur en is de bakkeet tegen het woonhuis gebouwd.
  Fragment kadastraal minuutplan Koudekerke, met aangifte boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke
    4. KADASTRAAL MINUUTPLAN 1811-1823
Leendert Adriaan Wisse verkoopt zijn bezit op zijn beurt weer op 4 december 1826, aan zijn stiefzoon Jacobus Janse Pieterse voor f. 8972,70. Diens bezit bestaat dan uit 22 bunders, 56 roeden en 98 ellen waaronder "een hofstede met deszelfs huizinge, schuur, stallinge, bakkeete gevolgen en toebehooren van dien staande en gelegen onder de gemeente Coudekerke wijk B nummero 21...". Leendert Adriaan Wisse en Maatje Jacobusse Wisse blijven na de verkoop nog wel wonen op de hofstede. Maatje overlijdt daar op 21 februari 1840 op 82-jarige leeftijd, kort erna gevolgd door haar man als deze op 22 oktober 1840 op 69-jarige leeftijd overlijdt.

Op 12 mei 1835 verkoopt Jacobus Janse Pieterse zijn hofstede op B.21 aan Lieven de Jonge Borgerhoff, oud notaris en wethouder van Vlissingen. Uit de akte blijkt, dat de hofstede dan nog geen naam heeft en door zijn nieuwe eigenaar Zuiderhoeve wordt genoemd. Verder blijkt dat Jacobus Janse Pieterse tot de verkoop de woning heeft bewoond en dat er verder een schuur, stalling en bakkeet en 22 bunders, 56 roeden en 98 ellen grond toe behoorden. De gronden bestonden uit wei- en zaailand, een boomgaard, hoveniering en werf, voornamelijk gelegen in Koudekerke in het 'Clays Pier Claysz block', 'Doen Huysen block', 'Adriaen Laureynsz Dommisblock' (waarin ook gebouwen der hofstede lagen, thans Verbrande Hofweg), 'Oort Matthijssenblok' en 'Pier Heyn Roosen block' (waarin de hofstede Zuiderhoeve ligt) en een klein deel in Biggekerke. Na de verkoop is Jacobus Janse Pieterse verhuisd naar het dorp Koudekerke waar hij woning A.22 bewoonde, waar hij op 13 september 1859 overlijdt.

Notaris D. Uijttenhooven maakt op 9 mei 1844 een pachtcontract op ten behoeve van Janis Jasperse. Op 21 augustus 1846 overlijdt deze echter, waarna zijn weduwe Paulina Fret hertrouwt met Frans Dekker, welke dan pachter op de boerderij wordt. Na het overlijden van Lieven de Jonge Borgerhoff wordt op 1 september 1848 op een openbare veiling ten overstaan van notaris A. van Swalme "Eene Hofstede onder Koudekerke, genaamd Zuiderhoeve, bewoond bij den pachter Frans Dekker, bestaande in Woonhuis, Schuur, Stalling en verder Timmer, met Wei- en Bouwlanden, Boomgaard en Hoveniering, ter grootte van 20 B. 44 R. en 20 Ellen, onder Koudekerke, en 2B. 10 R. en 30 Ellen, onder Bekerke." (Bekerke=Biggekerke) verkocht aan zijn dochter F.M. Borgerhoff.(1)

De familie Dekker blijft hierna pachter op de boerderij. Op 16 juli 1857 slaat het noodlot toe, als de schuur bij de hofstede in de vroege ochtend wordt getroffen door een blikseminslag, gevolgd door brand. De brandweer van Koudekerke, Biggekerke en Vlissingen probeerden de schade beperkt te houden, maar vanwege een gebrek aan bluswater konden ze niet voorkomen, dat het woonhuis beschadigd raakte en de schuur afbrandde en een aanzienlijke voorraad hooi, stro, landbouwgereedschappen en een geit verloren ging. Na de brand wordt de schuur snel herbouwd en in een dakbalk van de met pannen gedekte schuur wordt dan het jaartal 1857 aangebracht. Het woonhuis dat tegen de schuur was gebouwd liep weliswaar brandschade op maar blijft in de jaren erna in gebruik.
 
schuur van boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke   fragment van bonneblad 1911, met aangifte van nieuwe schuur bij boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke
5. DE SCHUUR UIT 1868 VOOR DE VERBOUWING   6. BONNEBLAD UIT 1911 MET DE NIEUWE SCHUUR
De familie Dekker bewoont in de periode 1855-1885 een hofstede, welke wordt aangeduid met huisnummer B.42. Wellicht is er in die periode hernummerd of werd hiermee een hofstede aan de voormalige oude Molenweg aangeduid (thans Verbrande Hofweg). In 1893 (of 1884?) werd aan de Dishoeksche Zandweg een nieuwe boerenwoning gebouwd, welke tegenwoordig nog bestaat. Dit gebeurde in traditionele stijl, echter door schade en schande wijs geworden werd de woning nu los van de schuur gebouwd. Het karakteristieke woonhuis met groen-witte luiken is nagenoeg vierkant van vorm met de entree in het midden en aan beide zijden twee gemoderniseerde 6-ruits schuifvensters, met imitatieroeden en groen/witte luiken. Boven de ramen is een getoogde rollaag van strekken in baksteen aangebracht. Boven de vernieuwde voordeur bevindt zich een bovenlicht met daarboven een gevelsteen met de tekst: "eerste steen gelegd door A. Verhage." De baksteen gevel is opgetrokken in het zogenaamde kruisverband met wisselende voegen en bevat tussen de vensters enkele gevelankers. In beide zijgevels van het huis bevindt zich een schoorsteen. Het schilddak is bedekt met grijze 'tuile-du-nord' dakpannen en heeft oude en moderne dakramen en een brede witte gootlijst.

Het woonhuis en schuur met de noklijn haaks op de weg liggen groepsgewijs op een ongeschonden erf met een eigentijdse tuin gescheiden van de weg door een sloot. De schuur is van na 1945 en heeft een zadeldak gedekt met rode Hollandse pannen, bewerkte windveren en makelaar. De gevels zijn van zwart geschilderd hout met groene schuifdeuren, een dwarse deel en hooiluiken. Van beide gebouwen is de staat goed en zeer authentiek.
 
boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke   Openstaande vragen:

Wie was deze A. Verhage?
Mogelijkheden:
- Aarnout Verhage geboren op 15 januari 1862 (moeder was Pieternella Adriana Aarnoutse)
- Adriaan Verhage geboren op 15 mei 1890
- Adriana Verhage geboren op 7 september 1856
- Anthonie Verhage geboren op 17 maart 1869

P. van der Maas pachter in 1920. Was dit Pieter van der Maas geboren te Wissekerke in 1870 en gestorven op 88-jarige leeftijd te Wissekerke op 22 januari 1959? Deze Pieter van der Maas was getrouwd 21 november 1900 met Janna Bierens te Wissekerke (overleden 1 maart 1959 te Wissekerke).
Pieter van der Maas was in 1924 zonder beroep, bij huwelijk van zijn dochter te Koudekerke
7. BOERENWOONHUIS    
Op 13 oktober 1920 wordt door mevrouw Joh. E.L. Mulder, te Zeist en erfgenamen in de nalatenschap van mevrouw F.M. Borgerhoff, via notaris J. Loeff te Koudekerke de hofstede Zuiderhoeve met bijbehorende landerijen met een omvang van zo'n 10 hectare verkocht aan de heer Janis Aarnoutse. De Zuiderhoeve had toen huisnummer B.77 (wederom een hernummering?). Als pachter woont het gezin van P. van der Maas (welke P. van der Maas was de pachter?) op de hofstede. Van een hofstede, schuren of stallingen gelegen aan de Verbrande Hofweg is dan al geen spraken meer, wel worden ter hoogte van de bunkers aan de Verbrande Hofweg door de familie Aarnoutse regelmatig resten van een oude hofstede bovengeploegd op een stuk land dat het 'hofstukje' wordt genoemd.(2)

In de dertiger jaren van de vorige eeuw is de familie Aarnoutse genoodzaakt om de Zuiderhoeve te verkopen. Zij bleven ondanks de verkoop echter wel op de hofstede wonen en boeren. De boerderij werd verkocht aan dhr. Spuiman, scheikundige uit Vlissingen maar de Aarnoutsen bleven er werken.(3) Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de schuur beschadigd geraakt en werd deze na de oorlog hersteld. Het in de kap aangebracht jaartal 1857 is daarna niet meer teruggekeerd.
 
luchtfoto boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke   Zoon Jan Jacobus Aarnoutse kwam in 1953 in het akkerbouwbedrijf, en nam de boerderij over in 1968. Hij was samen met zijn vrouw Jo Aarnoutse in de gelegenheid om de hofstede terug te kopen. Toen begin jaren zeventig de vraag naar het plaatsen van 'een tentje in de boomgaard' opkwam, waren Jan en Jo Aarnoutse bij de eerste Walcherse agrarische ondernemers, die in 1973 hierop insprongen.

De boerencamping Zuiderhoeve was geboren. Onder hun leiding groeide de camping uit tot een ruime 'minicamping' met gemiddeld vijf tot tien kampeerplaatsen.
8. LUCHTFOTO CAMPING ZUIDERHOEVE    
In 1988 nam Sjaak, de derde generatie Aarnoutse, het akkerbouwbedrijf over. De camping werd nog een paar jaar voortgezet door Jan en Jo Aarnoutse en sinds 1994 hebben Sjaak Aarnouste en zijn vrouw Marijke Lieman ook die onder hun hoede. Hoewel de boerderij, met 16 hectare land, nog altijd in bedrijf is, zijn akkerbouw en camping tegenwoordig een deeltijdactiviteit. In 2009 werd de camping uitgebreid tot 25 plaatsen. Onlangs (2010?) werd de noordgevel van de landbouwschuur vernieuwd. En die gelegenheid is aangegrepen om er een nieuwe recreatieruimte te maken.

Openstaande vragen:
- Wie was A. Verhage (op eerste steen) (zie inzet voor mogelijkheden)
- Welke P. van der Maas was pachter op de hofstede en vanaf wanneer?
- Bleef deze pachter na de verkoop aan Janis Aarnoutse? in 1924 is P. van der Maas zonder beroep
- Aan wie werd de hofstede in de jaren dertig verkocht en van wie werd deze terug gekocht?
- Is er een familierelatie met Aarnout Aarnoutsen (de boer), Aarnout van 't hoekje, die tiendenboer in Koudekerke was of de Aarnout Aarnoutse van de bank?
 
schuur boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke   schuur boerderij Zuiderhoeve aan de Dishoekseweg te Koudekerke
9. SCHUUR ZUIDERHOEVE NA VERBOUWING, OP ACHTERGROND DE CAMPING   10. SCHUUR ZUIDERHOEVE (FOTO 14-05-2010)

copyright © 2001-2024 Sjoerd de Nooijer
laatst bijgewerkt op: 31 05 2021

locatie:
Dishoekseweg, Koudekerke

bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: Sjoerd de Nooijer
afb. 2: atlas roman-visscher 1655
afb. 3: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 4: minuutplan F2, 1811-1832
afb. 5: zuiderhoeve
afb. 6: topografische kaart, 1911
afb. 7, 8 en 9: zuiderhoeve
afb. 10: Sjoerd de Nooijer

geraadpleegde bronnen:
- Sjaak Aarnoutse
- Jacobs-Stroo, O., Geschiedenis van een hofstede aan de Dishoekseweg 28, Koudekerke, 2000
- Heemkundige Kring Walcheren, De veldnamen van Koudekerke, Middelburg, 1980
- Visscher, N. en Roman, Z., Atlas van Zeeland, Amsterdam/ Middelburg, 1655
- CHS Provicie Zeeland
- www.zuiderhoeve.nl
- www.watwaswaar.nl
- www.zeeuwengezocht.nl
- www.krantenbankzeeland.nl

voetnoot 1:
bron: Vlissingse Courant 21-08-1848

voetnoot 2:
bron: Heemkundige Kring Walcheren

voetnoot 3:
bron: Sjaak Aarnoutse