Logo koudekerke.info
voor 600 | 600-1200 | 1200-1650 | 1650-1800 | 1800-1850 | 1850-1900 | 1900-1940 | 1940-1944 | 1944-heden
algemeen
religie
boerderijen
buitenplaatsen
- der boede
- ter hooge
- lammerenburg
- steenhove
- zwanenburg
- paauwenburg
- westerwijk
- grooten boomgaard

veldnamen
molens
grondgebruik
kustzone
buitenplaats Grooten Boogaard te Koudekerke
Buitenplaats Grooten Boogaard
 
Fragment kaart met buitenplaats grooten boogaard door de gebroeders Hattinga uit 1750
1. BUITENPLAATS GROOTEN BOOGAARD OP DE KAART VAN DE GEBROEDERS HATTINGA IN 1750
De zuidgrens van de gemeente Veere, waar Koudekerke tegenwoordig onder valt, moeten we tegenwoordig zoeken even ten noorden van de Vlissingse wijken Paauwenburg en Lammerenburg. De stadsuitbreidingen van die stad zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw gerealiseerd. Eeuwenlang lag de grens tussen beiden echter een stuk zuidelijker. Die liep met vele kronkels vanaf het duingebied bij tennispark Zwanenburg bijna tot aan Ziekenhuis Walcheren. Tussen het hospitaal en woonwijk ’t Fort was in lang vervlogen tijden de nauwelijks bekende, maar unieke buitenplaats Grooten Boomgaard gesitueerd. Verschillende eigenaren van grote faam hebben deze hof in bezit gehad. De ‘hoek’ waarin Grooten Boomgaard lag, stond bekend als Nissenblock omdat de grens van Vlissingen met Koudekerke hier een opvallende uitstulping had. (zie de bovenstaande kaart uit 1750 van de Hattinga’s) De ‘nis’ was het zuidelijkste puntje van de gemeente Koudekerke.

"...Block waarin de hofstede en boomgaard van Jaqueline van Baerlant in staat...", zo lezen we in overlopers (belastingregisters) van de Westwatering van Walcheren uit het einde van de zestiende eeuw. We komen haar naam ook tegen in de archieven van de ambachtsheerlijkheid Baarland. Daaruit blijkt dat ze in 1610 een hofstede en veel land bezat op Zuid-Beveland. Jaqueline of Jacquemine was een telg uit het aloude Zuid-Bevelandse geslacht Van Baerlandt.(1)

In het tweede decennium van de zeventiende eeuw kocht Daniël Cardon het geheel. Lang heeft hij er niet van kunnen genieten want al in 1623 wordt zijn weduwe als eigenaresse vermeld. Later, in 1675, blijkt Daniël’s gelijknamige zoon, Grooten Boomgaard overgenomen te hebben van zijn moeder. Zo’n beetje de gehele zeventiende eeuw was Grooten Boomgaard dus van familie Cardon. Leden uit dit geslacht bekleedden hoge posten binnen de magistraat van Vlissingen. Zo was Jan Cardon in de veertiger jaren van de zeventiende eeuw burgemeester en Johan Cardon had datzelfde ambt in 1669 en 1670. Van Daniël Cardon jr. weten we, dat hij jurist was en voorts schepen en raad van Vlissingen. Hij was getrouwd met Johanna Muisson en kocht in 1676 nóg een hofstede, in West-Souburg. Deze bevond zich ter hoogte van de huidige woonwijk Westerzicht, vlakbij het verdwenen kasteel Aldegonde. De fruitteelt op Grooten Boomgaard bestond niet uit een paar percelen met een bescheiden aantal fruitbomen, zoals we dat in de regel tegenkomen bij buitenplaatsen.

Op onderstaand fragment van de Walcherenkaart van Nicolaas Visscher en Zacharias Roman uit 1655 is de hof ingetekend en is eveneens een hofstede zichtbaar. Grooten Boomgaard bestond rond dat jaar uit zestien stukken land van in totaal ruim 38 gemet groot, in de eerste helft van de zeventiende eeuw 'bijeenvergaert'. Dat is omgerekend zo’n vijftien hectare waarop voornamelijk fruit werd geteeld. In de beleving van zeventiende-eeuwers was dat een enorme partij grond. Daarop stonden vele honderden fruitbomen. De naamgeving spreekt derhalve voor zich.

Wanneer de kaart Nicolaas Visscher en Zacharias Roman (1655) met die van Christoffel Bernaerds (1641) wordt vergeleken valt op, dat in 1655 bebouwing staat aangegeven in de boomgaard en dat hiervan in 1641 volgens de kaart nog geen sprake was. De overlopers geven vanaf eind zestiende eeuw echter wel degelijk bebouwing aan waardoor wordt aangenomen, dat deze in 1641 ook nog bestond. Deze bebouwing is 100 jaar later (in 1750) wel definitief verdwenen als de gebroeders Hattinga de buitenplaats op hun kaart vastleggen, maar hierover later meer.
 
fragment kaart Visscher-Roman 1655, met aangifte van buitenplaats Grooten Boogaard te Koudekerke blank fragment kaart Bernaerds 1641, met aangifte van buitenplaats Grooten Boogaard te Koudekerke
2. FRAGMENT KAART VISSCHER-ROMAN 1655   3. FRAGMENT KAART C. BERNAERDS 1641
Met name in de lente moet de buitenplaats er paradijselijk hebben uitgezien door de zee van vele bloesemende hoogstambomen.(2) Voor ongeveer 1900 bestond grootschalige, professionele fruitteelt niet en werd voor eigen gebruik en uit liefhebberij geteeld. Grooten Boomgaard was weliswaar in bezit van één eigenaar, de boomgaard moet door vele locale arbeidskrachten zijn gerund. Overigens was een tweetal hectare uit het geheel doorverkocht aan andere eigenaren uit de buurt. De Koudekerkse hof was duidelijk geen doorsnee voorbeeld binnen het arsenaal van buitenplaatsen op Walcheren.

Na de Cardon’s werd – eind zeventiende of begin achttiende eeuw - Johan van Pere (16??-1726) eigenaar. In de jaren tachtig en negentig van de zeventiende eeuw was hij vele jaren schepen van Vlissingen en in 1706 en 1707 burgemeester van onze havenstad. Johan was een telg uit de bekende Zeeuwse Van Pere-familie. Grooten Boomgaard zou tot 1778 in handen van dit geslacht blijven.

De term ‘hofstede’ wordt in het begin van de achttiende eeuw overigens niet meer gebezigd. Mogelijk heeft Van Pere dan genoeg aan zijn grote buitenplaats Zotteghem - die op steenworp afstand ligt, in Oud-Vlissingen - en heeft hij het herenhuis van de Grooten Boomgaard laten afbreken. Later, op de Walcherenkaart van de Hattinga’s uit 1750, wordt bevestigd, dat er geen sprake meer is van bebouwing; het landgoed bestaat dan alleen uit een boomgaard. Zotteghem en Grooten Boomgaard zouden overigens met elkaar verbonden blijven tot en met de laatste eigenaar van het geheel in 1812.

Johan van Pere overleed in 1726 waarna Grooten Boomgaard door vererving overging op Mr. Cornelis van Pere, zoon van Abraham van Pere en Catharina Beeckman. Cornelis was mogelijk een neef van Johan. Cornelis van Pere (1667-1746) was heer van de beide Souburgen, een titel die hij had verkregen na het overlijden van zijn broer Isaac. Laatstgenoemde was vele jaren burgemeester van Vlissingen en getrouwd met een dochter van Apollonius Ingels jr. Familie Ingels was eigenaar van slot Zwanenburg, even ten noorden van de Nolle.

Ook Cornelis was burgemeester van de Scheldestad en voorts gecommitteerde raad van Zeeland en bewindhebber van de WIC. De ambachtsheer woonde, net als zijn broer voordien, op kasteel Aldegonde in West-Souburg, ooit het optrekje van de befaamde calvinist Philips van Marnix van Sint Aldegonde. Cornelis trad rond 1695 in het huwelijk met Anna Somer. Leuk om aan te stippen is het feit, dat zij een kleinkind was van Michiel de Ruyter.

In 1718 trad een dochter van Cornelis van Pere en Anna Somer in het huwelijk. De gelukkige, die met Anna Catharina van Pere, vrouwe van Souburg, mocht trouwen was Mr. Johan Steengracht (1692-1743). Johan was eerste pensionaris van Middelburg en bewindhebber van de VOC. Anna Catharina en Johan kregen twee zonen, die weinig verrassend naar hun grootvaders Steengracht respectievelijk Van Pere werden vernoemd: Adriaan en Cornelis. Beide erfden de titel van ambachtsheer van hun opa Van Pere. Cornelis kreeg na de dood van zijn grootvader in 1746 onder meer Grooten Boomgaard in de schoot geworpen.

Mr. Cornelis Steengracht werd in 1723 geboren in Middelburg. Hij zou zijn moeder nooit bewust meemaken, want de 23-jarige Anna Catharina stierf ruim een maand na de geboorte van haar zoon. Zij werd begraven in de Oude Kerk te Middelburg. Steengracht zou in zijn leven vele titels dragen en hoge posten bekleden, zoals heer van beide Souburgen, heer van Wehl, heer van Slangenburg respectievelijk bewindhebber van de VOC, schepen en raad van Vlissingen en wegens Zeeland gecommitteerde ter generaliteitsrekenkamer. In 1748 trouwde hij met Jacoba Petronella van Hoorn, dochter van Nicolaas van Hoorn en Catharina Henriëtta de Huybert. Samen kregen ‘Cor en Coba’ twee dochters.

In 1760 schrijft Jan Guepin volgens de mode van die tijd een gedicht voor Cornelis tijdens een bezoek. Hij refereert hierin naar Michiel de Ruyter en noemt Cornelis met de term ‘naneef’ van de zeeheld. In de kluis van de Zeeuwse Bibliotheek wordt het werkje in bewaring gehouden. Op aanvraag kan men het inzien. Guepin was naast schepen en raad van Vlissingen zeer actief in het culturele leven van zijn stad. Hij zette veel poëzie op papier.

Een deel van Grooten Boomgaard, bijna twee hectare, werd in 1770 door Cornelis Steengracht verkocht aan Jan Baeijens. Dat moeten de eerdergenoemde twee hectare zijn geweest, die door familie Cardon aan een aantal anderen waren doorverkocht. Cornelis stierf in 1781 op zijn enorme landgoed Slangenburg in de graafschap Zutphen. Broer Adriaan had het geheel in 1772 gekocht en liet het een jaar later na aan Cornelis. Het kasteel en bijbehorend bosgebied bestaan nog steeds en zijn te vinden even ten oosten van Doetinchem in de Achterhoek. Een bezoek aan het landgoed is zeker de moeite waard.

Vlak na Steengracht’s dood werd zijn kasteel Aldegonde in West-Souburg wegens bouwvalligheid afgebroken en werden de grachten gedempt. Slechts wat resten bleven overeind, maar die werden in 1810 definitief opgeruimd. In de twintigste eeuw, om precies te zijn in 1971, werden bij het bouwrijp maken van woonwijk Westerzicht de funderingen van het eens zo machtige Aldegonde blootgelegd en in kaart gebracht. Jammer dat de wijk er bovenop werd gebouwd. Een kleine herinnering aan het kasteel zou wel op zijn plaats zijn geweest. Gelukkig raakte de familie Steengracht niet in de vergetelheid in West-Souburg. Zij wordt geëerd met een straatnaam. In 1778 verdwijnt de familie Van Pere-Steengracht uit beeld en treffen we de rijke landman Pieter van Vlaanderen. Hij woonde in Domburg-buiten en kocht Grooten Boomgaard èn Zotteghem van Cornelis Steengracht voor respectievelijk 1700 en 1350 pond Vlaams. Ook de Van Vlaanderen’s waren geen onbekenden in deze contreien. Zij bezaten veel land op Walcheren.
 
kaart J. Kuypers, gemeente Vlissingen 1866   Als laatste eigenaar van Grooten Boomgaard wordt in 1807 de weduwe van Pieter genoemd, Johanna Schout. Haar bezit werd in april 1812 door het toenmalige Franse gezag onteigend ten behoeve van de aanleg van het Linker Kroonwerk. De inname betekende het definitieve einde van Grooten Boomgaard. Het grondgebied werd van Koudekerke afgepakt, werd een stukje Vlissings grondgebied en kreeg hierna een militaire functie toebedeeld, waarna de bouw van de kroonwerken werd aangevangen. De kroonwerken zijn echter nooit afgemaakt en ingebruik genomen omdat na de vrede van Munster in 1814 de Fransen Zeeland verlieten. Tegenwoordig zijn de contouren van het 'Linker Kroonwerk' nog afleesbaar in de Vlissingse wijk 'Het Fort'.
4. KAART J. KUYPERS, GEMEENTE VLISSINGEN 1866    

copyright © 2001-2025 Sjoerd de Nooijer
laatst bijgewerkt op: 31 05 2021

locatie:
Koudekerkseweg, Vlissingen

bronvermelding:
tekst: Jaco Simons
afb. 1: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 2: atlas roman-visscher, 1655
afb. 3: kaart bernaerds, 1641
afb. 4: kaart kuypers, 1866

geraadpleegde bronnen:
- A. Groot, Een eeuw strijd om het bestaan in de fruitteelt, Den Haag, 1998
- J. Simons, Napoleon in Paauwenburg, Klaver Vier (wijkkrant voor Paauwenburg), jaargang 15, nr.1, Vlissingen, 2009
- J. Simons, Walcheren, wat anders, Vlissingen, 2005
- J. Simons, Walcheren, wat anders 2, Vlissingen, 2007
- J. Simons, De Wete, jrg. 37, nr. 3 en jrg. 38 nrs. 2 en 3
- J. Kuypers, Gemeente Vlissingen, Zeeland, Nederland, uitgave Hugo Suringar Leeuwarden, 1866
- N. Visscher en Z. Roman, Atlas van Zeeland, Amsterdam/ Middelburg 1655

gemeentearchief vlissingen (GV)
- Kadastrale leggers, Vlissingen, Sectie A, periode 1823-1958

zeeuws archief (ZA)
- Atlas Hattinga, Kaarte van het eyland Walcheren de Ao. 1641 gemaakt door Christoffel Bernards, D.W.C. en/of A. Hattinga, ca. 1750. inv. nr. 13
- Atlas Hattinga, Kaart van Walcheren [blad 8], (1750), inv. nr. 23
- Families Spoors en Sprenger, Beschrijving van Zeeland door Mr. Zacharias Paspoort, 1820, inv. nr. 97
- Kaarten van Zeeland, Chromo-topografische kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, inv. nr. 1962.22.656
- Prefectuur van het departement der monden van de Schelde, inv. nr. 150
- Rechtelijke archieven Zeeuwse eilanden, inv. nr. 1307 en 1308
- Overlopers/Vergaarboeken uit Polder Walcheren, inv. nrs. 280,282,282a,283,928,929 en 933
- Overloper uit Rekenkamer van Zeeland, gedeponeerde archieven (Rekenkamer II), inv. nr. 1153

zeeuwse bibliotheek (ZB)
- Genealogie familie Van Baerlandt

overige bronnen
- Koninklijke Bibliotheek
- www.kranten.kb.nl
- www.krantenbankzeeland.nl
- www.zeeuwengezocht.nl

voetnoot 1:
Mevrouwe Van Baerlant stond in 1625 als poorter van Middelburg ingeschreven en bezat in de Zuidwatering van Walcheren 107 gemeten en 72 roeden land, verdeeld over Welsinge, Ritthem, Nieuwerve en Oost-Souburg en bovendien een hofstede in Welsinge. Zie ‘Vergaerbouck vande poorterie der stadt Middelburgh’, opgenomen in ‘Vergaerbouck vande Zuytwateringe d’anno D 1625’. (folio 257vo-262)

voetnoot 2:
Het gebruik van laagstambomen of zogeheten spillen is niet bekend. Om verschillende redenen werkt een fruitteler nu met spillen. Hij kan meer boompjes per hectare planten, de kwaliteit van het fruit aan de boom is beter omdat het vangen van zonlicht gunstiger is en het arbeidsproces is minder intensief, om wat voorbeelden te geven. Kortom, werken met laagstambomen is veel efficiënter.