Op de grens van
de heerlijkheid Koudekerke, aan de zuidzijde van Der
Boede werd rond 1700 het buitenplaatsje De Triton gesticht. Het kleine
herenhuis werd vermoedelijk voor Maria Nagtegael en Johan van der Mandere
gebouwd. Maria's vader, Jacob Nagtegael was in die tijd eigenaar van Der
Boede en burgemeester van Vlissingen, waardoor het aannemelijk is, dat zij
zo aan de grond kwamen om de buitenplaats te stichten. Johan van der Mandere
was afkomstig uit een koopmansfamilie uit Vlissingen. Na de dood van Jacob
Nagtegael betrokken hij en Maria in 1718 de buitenplaats Der Boede. Drie
jaar later overleed Johan, waardoor de buitenplaats vererfde op zijn zoon
Jacob van der Mandere, die er na de brand op Der Boede rond 1745 het nu
nog steeds bestaande landhuis bouwde. De Triton heeft in zijn geschiedenis
voornamelijk dienst gedaan als zomerverblijf wat inhield, dat de eigenaars
er meestal een tweede huis in Middelburg op na hielden waar ze in de wintermaanden
verbleven.
Na de dood van
Maria Nagtegael werd haar dochter Susanna van der Mandere eigenares van
De Triton. Zij woonde er samen met haar echtgenoot Johan Gualtherus van
der Poort. Zijn naam wordt als zodanig ook vermeld op de kaart van Hattinga
uit 1750. Maria en Johan verbleven met name in de zomers op De Triton en
tijdens de bouw van hun nieuwe buitenplaats genaamd 't Huis te Oostcapel'
van 1750 tot 1752. Nadat deze in 1752 gereed kwam lieten ze De Triton opknappen
waarna deze werd verkocht.
Uit de transportakte blijkt dat de buitenplaats dan ook een nieuwe naam
heeft gekregen en als volgt werd omschreven:
1. LIGGING VAN BUITENPLAATS TRITON
VOLGENS HATTINGA IN 1750
"Eene
geheele Hofstede, voor dezen genaamd geweest Den Triton, en thans genaamd
Landlust, met de Heere huysing, boere wooning, schuyr, stalling en plantagie
(...) te samen vijf gemet 171 roeden."
De nieuwe eigenaar van de buitenplaats werd Cornelis Evertsen, een lid van
de bekende zeeheldenfamilie, maar zelf geen zeeheld. Hij was luitenant-generaal
van de Unie en commandant van Walcheren. Met zijn tweede echtgenote Martha
Cornelia Ockersse heeft hij ongeveer tien jaar op de buitenplaats gewoond.
Uit een advertentie in de Middelburgse Courant van 23 december 1763 blijkt,
dat het buitenplaatsje dan weer de naam De Triton draagt en inmiddels in
handen was van Isaac Winkelman. Deze was burgemeester van Vlissingen tot
1771 en mede-oprichter van het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen. Zijn
eerste echtgenoot was Magdalena Johanna Schorer, welke overleed in 1766.
Een paar jaar later hertrouwde hij met Susanna Johanna de Chuy, dochter
van de Vlissingse burgemeester Claude de Chuy. Isaac Winkelman bewoonde
's zomers De Triton en verbleef de rest van het jaar in Middelburg. Op 24
november 1773 liet Isaac Winkelman op zijn hofstede bij de Triton nog een
grote partij olmen-, essen-, appel- en perenbomen en kaphout van elzen en
essen verkopen, zo blijkt uit een advertentie in de Middelburgsche Courant
van 23 november 1773.(1)
Winkelman liet de buitenplaats in 1772
door Jan Arends vereeuwigen op vier gewassen tekeningen. Op basis van deze
tekeningen en de kaart van Hattinga uit 1750 valt De Triton goed te beschrijven:
Het moet een wit gepleisterd stenen huis zijn geweest van twee bouwlagen
met een flauw schilddak met dakkapellen. De hoofdentree lag aan het voorplein
met aan beide zijden twee paar recht boven elkaar gepositioneerde vensters.
Aan de zuidzijde bevond zich een lage aanbouw met flauw hellend dak en een
venster in de langsgevel. Naast het woonhuis moet aan het voorplein een
vrij grote L-vormige schuur en stal hebben gestaan.
2. VOORPLEIN VAN DE
TRITON IN 1772 GETEKEND DOOR JAN ARENDS
Er stonden vier grote bomen
op het voorplein, dat met een lage haag en een sloot van de weg was afgescheiden.
Hierdoor werd het uitzicht op Vlissingen vanuit het huis behouden.
Achter het huis lag een barokke tuin met vier door hoge hagen omgeven parterres
(tuinvakken) en een centrale ronde vijver, welke het speelhof vormden. Vanaf
de korte zijde van het huis was er zicht op een lange vijver waarlangs verdiepte
paden liepen (afb. 3). Naast de vijver zijn achter een haag twee sterrebossen
aangeplant. Mogelijk bevond zich hier voor deze tuinaanleg ook al een bos.
3.VIJVER VAN DE TRITON
IN 1772 GETEKEND DOOR JAN ARENDS
Na de dood van
Isaac Winkelman op 7 mei 1796, bleef zijn weduwe nog enige tijd De Triton
bewonen, maar verhuisde zij na enkele jaren naar Leiden. Haar neef Pieter
Claude van Goethem werd de nieuwe eigenaar van de buitenplaats, als hij
deze koopt voor f 15.000,-. Hij was schepen en raad van Middelburg en later
lid van de Municipale Raad (Franse Tijd) en was weduwnaar van Johanna Petronelle
van der Poort.
Pieter Claude van Goethem heeft De Triton mogelijk nog van een nieuwe tuinaanleg
voorzien. De lange vijver bleef hierbij gehandhaafd maar een stuk grond
ten westen van de buitenplaats werd bij de tuin getrokken. Dit valt op te
maken uit onderstaand fragment van de kadastrale minuut van de gemeente
Koudekerke uit 1823.
Een tuinontwerp, wat dit vermoeden zou
moeten bevestigen, is echter tot op heden nog niet bekend. Pieter Claude
van Goethem overleed op 29 augustus 1849 kinderloos in zijn huis in Middelburg.
Zijn zuster had twee zoons, die hij benoemde tot erfgenamen. De oudste van
de twee, Jean François Bijleveld, was lid van de Tweede Kamer en
woonde in Den Haag. De jongste, François Pierre, was burgemeester
van Nijmegen. Vanwege hun functies zullen ze weinig op De Triton verbleven
hebben en enkele jaren later werd dan ook besloten om de buitenplaats af
te breken, de grond te verkopen aan Der Boede en het sloopmateriaal in het
najaar van 1855 te koop aan te bieden.
4. KADASTRAAL MINUUTPLAN
GEMEENTE KOUDEKERKE SECTIE E, 1823
Uit de verkoop van de bouwmaterialen
valt onder andere af te leiden dat De Triton blauwe en rode dakpannen gehad
moet hebben, schuifkozijnen met ramen en blinden en dat marmeren vloertegels
waren gebruikt. Verder blijkt uit de verkoop, dat de stal ruimte moet hebben
geboden aan circa 13 paarden. De naam Triton ging na de sloop over op een
nabijgelegen boerderij, welke net buiten het grondgebied van Koudekerke
ligt. Het baantje dat hier lange tijd langs de gemeentegrens liep, droeg
de naam 'Tritonwegje'.
bronvermelding:
tekst: Sjoerd de Nooijer
afb. 1: atlas hattinga, deel 8, 1750
afb. 2: beeldbank ZA ZI-II-0156A
afb. 3: beeldbank ZA ZI-II-0156C
afb. 4: minuutplan E, 1811-1832
geraadpleegde bronnen:
- Broeke, M. van den, Buitenplaatsen op Walcheren, leven en werk van Jan Arends, 1738-1805, Amersfoort, 2001
- Wijck, H.W.M. van der, Het Arkadisch Walcheren, getekend door Jan Arends, 1770-1790, Alphen aan den Rijn, 2001
- Leo Janse
- Koninklijke Bibliotheek
- Zeeuws Archief (ZA)
- www.kranten.kb.nl
- www.watwaswaar.nl