1. BOERDERIJ
PAAUWENBURG, NIET LANG NA DE HERBOUW, IN 1934
Over de boerderij
Paauwenburg, die van oudsher bij buitenplaats
Paauwenburg hoorde en over de familie die deze bewoonde, de Aarnoutse’s,
is dankzij archiefonderzoek van Jaco Simons meer bekend geworden. Het was
niet eenvoudig om de genealogische gegevens van deze familie te ontrafelen.
Ten eerste zijn er in de archieven van Koudekerke vele Aarnoutse’s
te vinden en ten tweede heet een veelvoud daarvan Jan of Aarnout. Kortom:
de Aarnoutse’s hebben het hem niet gemakkelijk gemaakt. Na het ter
ziele gaan van een buitenplaats bleef de boerenhofstede meestal behouden.
Dat is niet verwonderlijk, want een zelfvoorzienend bedrijf kon zich in
economisch moeilijke tijden redelijk handhaven. Ook boerderij Paauwenburg
overleefde de vervalperiode. Wie het heeft over deze boerderij, heeft het
over de familie Aarnoutse. Zij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De Aarnoutse’s hebben deze boerderij namelijk zo’n 175 jaar
in bezit gehad.
We gaan terug naar het einde van de achttiende eeuw. De destijds in Biggekerke
woonachtige Aarnout (Janszoon) Aarnoutse (1759-1840)
kocht op 23 december 1816 via een openbare verkoop te Koudekerke de boerenhofstede
Paauwenburg van zijn inmiddels overleden zwager Abraham Simpelaar. Aarnouts
zus, Catharina Aarnoutse, regelde de koop via een tussenpersoon: Louwrens
Leijnse de Pagter. Op 24 december tekende de Koudekerkse landman persoonlijk
de officiële aanvaarding. Dit valt op te maken uit het koopcontract.
Het herenhuis van de buitenplaats werd in dat jaar gesloopt en de boerderij
bleef zodoende over. Absolute duidelijkheid over zijn grondbezit verstrekken
ook de kadastrale gegevens van Koudekerke ons. Daaruit kunnen we concluderen,
dat landman Aarnout (Janszoon) Aarnoutse in 1823 eigenaar was van de hofstede
Paauwenburg met huis en erf, waarbij vele percelen wei-, en bouwland, bos,
een boomgaard, een moeras en een vijver behoorden. Verder kon hij nog 2
andere hofsteden (o.a. de
Kiekendief) en vier woonhuizen tot zijn bezit rekenen. Aarnoutse verpachte
al zijn panden, uitgezonderd het huis waarin hij zelf woonachtig was. Dit
stond aan de westzijde van de dorpsring nabij de latere doorbraak van de
Kerkstraat.
Aarnoutse was politiek actief.
Hij was in 1812-1813 gemeenteraadslid en later schepen van zijn woonplaats;
functies die hij evenals zijn zwager Abraham Simpelaar bekleedde. In de
herfst van zijn leven schopte Aarnoutse het nog tot burgemeester van Koudekerke
(1829-1840). En dat terwijl hij tussen de 70 en 81 jaar oud was! In die
tijd was zo’n job weliswaar een erebaantje en het gebeurde vaker dat
iemand van aanzien het hoogste dorpsambt bekleedde, maar toch. Na zijn dood
in 1840 nam zijn zoon Aarnout, geboren uit zijn tweede huwelijk met Willemina
Bosselaar, het burgervaderschap van Koudekerke in 1855 op zich. Deze Aarnout
(Aarnoutszoon) Aarnoutse bekleedde dit ambt tot aan zijn overlijden in 1870.
Op de hoek van het Dorpsplein en de Badhuisstraat in Koudekerke vinden we
een plaquette als tastbare herinnering aan deze man. Aarnoutse legde op
1 mei 1869 de eerste steen voor de bouw van de nieuwe openbare lagere school,
aldus de in het steen geslepen tekst.
Zoon Jan (1787-1857), voortgekomen uit het eerste huwelijk van Aarnout (Janszoon)
met Adriana Wisse, nam het boerenbedrijf van zijn vader over. Om dit artikel
niet te laten vervallen tot een saaie opsomming van familiegegevens wordt
deze tak van de Aarnoutsefamilie hieronder weergeven. Hierbij zijn slechts
de namen van de eigenaren van hofstede Paauwenburg genoemd:
Aarnout (Janszoon) Aarnoutse, landman en burgemeester (1759-1840)
Jan (Aarnoutszoon) Aarnoutse (1787-1857)
Jan (Janszoon) Aarnoutse (1830-1877)
Jan (Janszoon) Aarnoutse (1862-1934)
Adriaan (Janszoon) Aarnoutse (1896-1979)
Jan (Adriaanszoon) Aarnoutse (1925-1975)
We pikken de draad op bij Adriaan (Janszoon)
Aarnoutse, die in de twintigste eeuw de boerderij vele jaren onder zijn
hoede had. Deze werd toen door twee families bewoond. Tot ontsteltenis van
de familie Aarnoutse stond de hofstede in de nacht van 16 op 17 september
1931 in brand. De brandspuit van Koudekerke was op het terrein ter plaatse
maar kon niet verhinderen dat de voorraad hooi en graan, samen met de onverzekerde
inboedel van een van de twee families, in vlammen opging. Al snel werd duidelijk,
dat er brandstichting in het spel was.(1)
De dader nooit gepakt en het motief achter de brand niet achterhaald.
4. J J AARNOUTSE VOOR
HOFSTEDE PAAUWENBURG VOOR DE BRAND (N110)
Na de brand werd het boerenbedrijf
herbouwd. Omdat Adriaan een samenwerkingsverband aanging met zijn zwager
Jacob Francke - die getrouwd was met Adriaans zus Cornelia - werd er aan
beide zijden van de schuur een woonhuis gebouwd. De schuur werd met een
tussenschot in tweeën gedeeld. Er ontstonden dus twee bedrijven onder
één kap. De hofstede werd hierdoor een bijzonder, misschien
wel uniek object op Walcheren.
De Aarnoutses hebben de hofstede vanaf 1816 ruim 122 jaar in bezit gehad.
In 1939 besloten de compagnons Paauwenburg te verkopen aan de vermogende
Willem Adriaan Hoek uit Schiedam. Waarschijnlijk speelden de economisch
dramatische jaren dertig en de dreiging van nazi-Duitsland daarbij een rol.
Het jaar daarna brak de oorlog inderdaad uit in Nederland. Met de nieuwe
eigenaar werd een pachtcontract gesloten. Voor Aarnoutse en Francke veranderde
er niet veel. Zij bleven wonen en werken op de boerderij. Aan deze samenwerking
kwam pas een einde in oktober 1944.
Om Walcheren te bevrijden
van de Duitse bezetter, bombardeerden de geallieerden op vier plaatsen de
dijken en inundeerden zo het eiland.
De familie Aarnoutse vluchtte voor het water naar Sint Laurens, vervolgens
naar Villa Albertina in Koudekerke en de Vlissingse Singel om na de oorlog
terug te keren naar de boerderij.
Veel huizen en boerderijen bezweken tijdens de onderwaterzetting. Ook hofstede
Paauwenburg onderging voor een deel dit lot. Het linker woonhuis stortte
in; het rechter woonhuis en de schuur bleven gelukkig behouden.
5. BOERDERIJ PAAUWENBURG
EIND 1944
De boerenschuur
fungeerde in de Tweede Wereldoorlog als tijdelijk klaslokaal voor leerlingen
van de Vlissingse Prins Willemschool en de Oranjeschool. Omdat de school
in de binnenstad in februari 1942 was gevorderd door de Duitsers en in juni
van dat jaar werd getroffen door een bom, kregen de kinderen tijdelijk les
in Koudekerke.
Adriaan Aarnoutse zette het bedrijf na 1944 zonder Jacob Francke voort,
eerst met zijn gelijknamige zoon, die na enige tijd naar Canada emigreerde
en later met zoon Jan, die hiervoor terugkeerde op de boerderij, waar hij
was opgegroeid. Het bedrijf van de Aarnoutse's was een zogeheten gemengd
boerenbedrijf. Dat wil zeggen, dat er zowel vee werd gehouden als landbouw
werd bedreven. Het leven op de hofstede ging eigenlijk z’n gewone
gang: de Aarnoutse’s werkten hard, zij hadden veel familie in Koudekerke
en zij bezochten daar de gereformeerde kerk.
Aan het einde van de vijftiger jaren van de vorige eeuw kondigde het volgende
drama zich aan. Vlissingen had een nijpend tekort aan woningen. Veel meer
opties dan uitbreiden in noordwestelijke richting waren er niet. Met Koudekerke
werd een akkoord gesloten om op termijn grondgebied aan te kopen. De reeds
jaren ervoor geplande stadsuitbreiding ’Paauwenburg’ kon gerealiseerd
worden. Een aantal boerderijen moest, ondanks bezwaren van de eigenaren,
plaatsmaken voor de nieuwbouwwijk. Hofstede Paauwenburg was er, ondanks
een ingediend bezwaarschrift in 1957, één van. Ongeveer in
1958 stopte Adriaan met boeren en ging zoon Jan alleen verder, in de hoop
het bedrijf te kunnen behouden. Die hoop bleek ijdel want Jan Aarnoutse
en zijn vrouw Jannie van de Ham dienden met hun gezin, in het belang van
Vlissingen, hun boerderij op te geven. In april 1963 vertrok Jan met zijn
gezin naar het Duitse Potshausen, niet ver van de grens bij Groningen, waar
hij een nieuw bestaan opbouwde.
Na het vertrek van de Aarnoutse’s kreeg de boerenwoning de functie
van bijkantoor van de onderneming Van Vliet en Van Dulst’s Bouwbedrijf
NV uit Rotterdam, die actief was bij de bouw van de nieuwe wijk. De boerenschuur
bleef nog enkele jaren staan om als opslagplaats te fungeren voor diverse
aannemers. De eigenaresse van hofstede Paauwenburg - weduwe Catharina Johanna
Hendrika Hoek-Schoo - werd in 1966 onteigend; het geheel werd in 1967 afgebroken.
6. BOERDERIJ PAAUWENBURG
IN 1961
7. AKKERLAND WERD BOUWLAND IN 1963
Een boerderij die lang tot
dezelfde familie behoorde, ging verloren. Nu zou men proberen te zoeken
naar alternatieve mogelijkheden. Natuurlijk heeft een boerenbedrijf zonder
wei- en bouwland geen bestaans- mogelijkheid, maar met een functieverandering,
zoals een woon- of zorgboerderij, kan het behoud van een bijzonder pand
tegenwoordig toch gewaarborgd worden. De hofstede lag vroeger aan de Vlissingse
Kleiweg welke na de bouw van de nieuwbouwwijk Paauwenburg verdween en niet
meer terug is te vinden in het huidige stratenpatroon. Zo verdween ook de
boerderij, waarvan de ligging moet worden gezocht op de hoek van de Groen
van Prinstererlaan en Van Hallstraat. Ter nagedachtenis aan de voormalige
boerderij Paauwenburg en de familie Aarnoutse, die er zo velen jaren boerde
is op 12 december 2008 een bruggetje in de wijk Paauwenburg vernoemd naar
de familie Aarnoutse: Het Aarnoutsebruggetje. Het bruggetje bevindt zich
tussen de Paauwenburgweg en de Thorbeckelaan te Vlissingen.
geraadpleegde bronnen:
- Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, deel 9, Gorinchem, 1847
- Broeke, M. van den, Gelaagd land, Vlissingen, 1999
- Simons, J., Walcheren, wat anders, Vlissingen, 2005
- Simons, J., Walcheren, wat anders 2, Vlissingen, 2007
- Simons, J., Klaver Vier; wijkkrant voor Paauwenburg (diverse artikelen), Vlissingen 2007, 2008 en 2009
- Simons, J., Paauwenburg, van boerderij te Koudekerke tot woonwijk van Vlissingen, De Wete, nr. 2, 2009
- Simons, J., Paauwenburg, de boerenhofstede en de familie Aarnouste, De Wete, nr. 3, 2009
- Smallegange, G., Leven op 't hof, Goes, 2005
- Karel Noorlander
- Jaco Simons
- Vlissingse Courant, 17 september 1931
- Archief Gemeente Koudekerke, inv. nrs 1473 en 1476-1497 (kadastrale leggers)
- Aanwinsten kaarten Rijksarchief in Zeeland, inv. nr. 1962.22.656: Topgrafische kaarten van Walcheren, blad 656 Vlissingen. verkend in 1909 en 1910. ged. herzien tot 1924, uitgegeven in 1925
- Notariële archieven 1796-1842, inv. nrs. 568 en 605
- Gemeentearchief Vlissingen (GV)
- Zeeuws Archief (ZA)
- Zeeuwse Bibliotheek (ZB)
- www.watwaswaar.nl
- www.zeeuwengezocht.nl
- www.krantenbankzeeland.nl